werkte, doch, nauwelijks op gevechtshoogte (ongeveer 20GC M.) zijnde, absoluut weigerde. De vele buitenlandsche toestellen (waarvan verschillende reeds voorzien waren van een inrichting voor draadlooze telegrafie), welke gedurerde de oorlogsjaren in ons land werden geïnterneerd, boden onzen ingenieurs een uitstekend studiemateriaal aan. Het beste werd hiervan overgenomen, hierop voortgebouwd en tegenwoordig zijn alle Hollandsche verkenningsvliegtuigen voorzien van eendraadloos seintoestel. Het zenden van berichten ging uitstekend, het opnemen in het vliegtuig echter bood groote bezwaren, voornamelijk door het geraas van den motor. Bij het tegenwoordig gevolgde systeem worden de seinen op den bodem dan ook gegeven met seinlappen. De toestand in Nederland is thans als volgt: De artillerievliegtuigen, bestemd voor den dienst bij een divisie of stelling, zijn vereenigd tot een artillerievliegtuigafdeeling (A.V A.) en gesteld onder comando van den oudsten officier-waarnemer der artillerie. Dat het noodig is speciale artilleriewaarnemers te hebben, gerecruteerd uit officieren van dit wapen, volgt uit de groote zelfstandigheid, die den waarnemer is gelaten bij de rege ling en de overbrenging van het vuur. Zoo mag hij b.v. het waar nemen voor een batterij op eigen iniatief staken en vragen om oogenblikkelijk uitweikingsvuur (zoogen. vernietigingsvuur) op een in zijn oogen belangrijk doel, hetwelk kort zichtbaar zal zijn. Hierbij moet hij kunnen beoordeelen den tijd, waarin de batterij gereed zal zijn en hieruit de plaats bepalen, waar het vuur moet vallen, ook in verband met snelheid en bewegingsrichting van het doel. Uit een en ander blijkt, dat de waarnemer volkomen op de hoogte moet zijn van het schieten en de werkwijze van de ver schillende batterijen. Gewenscht is, dat als regel per afdeeling of per vak een artille rievliegtuig en een radiotelegraafstation (alleen ontvangstation) be schikbaar zijn. De taak van den artilleriewaarnemer bestaat uit: 1. Het opsporen of nader verkennen van doelen. 2. Het optreden als waarnemer bij de vuurleiding. 3. Het vaststellen van de verkregen uitwerking door bij voorkeur fotografische opname van doelen na de beschieting. De opleiding van den arlilleriewaarnemer omvat dus: 1. Een grondige kennis van de schietvoorschriften en vuurtactiek van veld- en vestingartillerie. 2. Het seinen en „sounderen" (d.w.z. opnemen op het gehoor). 964

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 428