1 d abcdefghjklmnopq N e Z m P q De waarnemer zet het doel op de kaart, legt het midden van den plaatsbepaler op het meest nabij zijnde merkpunt, zoodat de noordlijn samenvalt met de noordlijn der kaart en leest af: de letters van het kleine vierkant, waarin het doel ligt en de afstanden m. M. tot den linkerbovenhoek daarvan, beginnend van links naar rechts, daar na van boven naar beneden. In de batterij legt men den plaatsbepaler op overeenkomstige wijze op het merkpunt en leest dus met behulp der geseinde gegevens direct de vastgestelde plaats af en zet deze op de kaart. Deze manier van plaatsaanduiding zal men gebruiken, wanneer een doel door vorm of afmetingen het aangeven van meerdere punten noodig maakt, of ver van een merkpunt verwijderd is. De waarnemer meldt de ligging van het vuur -+- en rechts (links), zooveel als noodig is, om het volgend vuur op het doel te brengen, bij een bewegend doel rekening houdend met de ligging van het vuur, bewegingssnelheid en richting van het doel en de snelheid van de bediening in de batterij. Ligt bij een naderend doel het vuur goed en neemt hij uitwerking 966 a b e f g h J k 1 n 0 1

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 430