üolkerenbond, Dermindering der bewapeningen, enz. in bet Verre Oosten. De Japansche oorlogsbegrooting voor het dienstjaar 1919-1920. De begrooting voor het nieuwe dienstjaar vraagt geen groote bedragen aan voor belangrijke nieuwe ondernemingen, hetgeen vermoedelijk te wijten is aan het optreden van een nieuwen minis ter van oorlog kort voor het indienen van de begrooting Toch is het totaal bedrag aanmerkelijk hooger dan in het vorige jaar. Deze stijging bedraagt voor de gewone uitgaven bijna 13 millioen yen en voor de buitengewone uitgaven bijna 17''2 millioen, zoodat de totaal stijging voor het nieuwe dienstjaar ruim 30 millioen bedaagt. Echter is het totale bedrag der begrooting van het Rijk verge leken bij het vorige dienstjaar eveneens aanmerkelijk hooger en bedraagt thans 874 457 625 yen. Het totale bedrag der begrooting voor het ministerie van oorlog beloopt, 144 687.213 yen en be draagt dus ongeveer I6V2 der geheele staatsbegrooting. De marine- begrooting voor het dienstjaar 1919-1920 bedraagt 249.431.234 yen, zoodat in totaal voor de weermacht is uitgetrokken 394.118 447 yen, of ruim 7,3 yen per hoofd van de bevolking. Bij vergelijking van de oorlogsbegrooting voor het dienstjaar 1919-1920 met die van het vorige dienstjaar blijkt, dat alle posten van de begrooting van gewone uitgaven een zekere verhooging hebben ondergaan, zulks als gevolg van verbetering der bezoldigin gen, verhooging van menagegelden, stijging van den prijs van rijst en andere levensmiddelen en grondstoffen. Zoo is post 1, Bezol digingen, ruim 1V2 millioen yen meer; post 6, Vergoedingen, ruim 1 millioen meer; post 8, Levensmiddelen en fourages, bijna 7 millioen meer; doch ook de andere posten ondergingen alle eene verhooging. Voor de gendarmerie is ruim 200.000 yen meer uitgetrokken. Eene beschouwing van de begrooting van buitengewone uitgaven doet zien, dat reeds nu wordt afgeweken van de vastgestelde be dragen der „Militaire voorbereiding". Instede van de 7.819 321 yen, waarop gerekend was, zal in het dienstjaar 1919- 1920 beschikt kunnen worden over bijna 1 millioen yen meer, n. 1. 8.787 969 yen. Art. 5, Uitgaven voor militaire aanvulling, bedraagt ruim 5 millioen yen meer dan het vorige jaar, terwijl, niettegenstaande het automobielkorps is opgericht en daarmede de commissie voor bestudeering van de autotrekkracht is opgelost, toch weder voor het houden van proeven 296.493 yen is aangevraagd en toegestaan. Ook voor het houden van proeven met en den aanmaak van nieuw geschut zijn wederam nieuwe bedragen aangevraagd; was aanvan kelijk gerekend op l'/2 millioen, te verwerken in 5 jaren, thans is suppletoir 2 millioen yen toegestaan en zullen de gelden worden verwerkt in 4 jaren Instede van de 300.0C0 yen, waarop aanvan kelijk gerekend was, wordt thans voor dat doel beschikt over ruim 800 0C0 yen. 982

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 450