dan kost die detacheering het land eerstens: den overlocht heen en terug van het geheele gezin, ten tweede: het verlofstractement van den gedetacheerde, ten derde: een toelage voor studieboeken, ten vierde: het studiegeld van den gedetacheerde. De militaire student geniet verlofstractement en studiegeld. Zijn studieboeken bekostigt hij zelf. Voor het geld van den overtocht van het geheele gezin heen en terug, de toelage voor de studieboeken en het meerdere aan verlofs tractement van den gedectacheerde (in den regel is hij reeds 6 jaar officier, als hij zich laat detacheeren) zou een dubbel aantal kunnen worden opgeleid, indien de opleiding plaats had, vóórdat de officieren uitkwamen. Door de gelijke opleiding aan de Academie kan een vrij groot aantal leerkrachten vervallen, terwijl een opleiding aan een reeds bestaande inrichting voor het Land minder kostbaar zal zijn. Boven dien zou door de opleidingen aan de H. C. en de cadettenschool te doen vervallen de opleiding minder kostbaar worden. Verder zou men als nadeel kunnen aanvoeren, dat de officieren van de zusterwapens en dienstvakken op een hoogeren leeftijd dan tegen woordig hun eigenlijken dienst aanvangen, waardoor het beginsel, om het officierskorps zoo jong mogelijk te houden, zal wordeu aangetast. Dit nadeel acht ik echter niet zoo groot, als men overweegt, dat de normale leeftijd, waarop de civiele betrekkingen worden vermeld, schommelt tusschen 25 en 27 jaar. Het grootste voordeel, dat aan de opleiding is verbonden, is, dat aan de officieren een bestaanszekerheid wordt gewaarborgd, dat het wetenschappelijke peil van de officieren aanzienlijk wordt ver hoogd, hetgeen terugwerkt op het leger. Door aan de Technische Hoogeschool een college in de zeevaart kunde open te stellen en het examen voor zeevaartkundig ingenieur in te stellen, zou het instituut te Willemsoord voor een groot gedeelte kunnen worden ontlast op dezelfde wijze, als dat gebeurt met de K. M. A„ en zou de opleiding voor de weermacht gecentraliseerd worden. Bovendien zou dan de opleiding voor officiermachinisten eveneens kunnen worden overgebracht naar de Hoogeschool. Nog blijft over te bespreken de opleiding van candidaten uit den troep. Door die candidaten als toehoorder toe te laten op de be staande H. B S. en onder toezicht van de korpscommandanten en in de klasse, waarvoor zij examen hebben gedaan, zullen de op leidingen aan de H. C.M. S. en dergelijke inrichtingen komen te vervallen, waardoor de centraliseering volkomen wordt. 1010

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 478