aan haar linkeroever, wat een groot voordeel is, daar de Alasrivier vrijwel gedurende het geheele jaar in meerdere of mindere mate bandjirt. Begin van dit jaar is deze nieuwe weg in gebruik genomen en en al was hij ook op vele plaatsen nog slecht, voor de koelies was hij veel minder zwaar, de afstand was korter, zoodat de transporten vlugger de plaats van bestemming bereikten. De afstand tusschen Koeta Tjané en Blang Kedjeren, 109 KM, is normaal in vier dagen te loopen. Den eersten dag tot Lawé Aoenan is de weg door grobakken te berijden, waarna de weg smaller wordt, maar toch op het oogenblik reeds zóó breed is, dat men hem gemakkelijk te paard kan vervolgen. Tot overnachtingsplaatsen der koelies zijn of worden drie bivaks gebouwd: het eerste te Lawé Aoenan, het tweede te Meloewak en het derde te Kongké Deze beide laatste bivaks, gelegen in de Gajoe Loeös, zijn geheel van hout opgetrokken met een dakbedekking van sirappen. Ze zijn gebouwd in pionierarbeid door de brigades van Blang Kedjeren. Het bivak Kongké is reeds klaar, waarvan gezegd moet worden, dat het andere marschbivaks overtreft in nette afwerking en soliditeit. Iemand, die een bezoek bracht aan de Blang, maakte zelfs de opmerking, dat het te mooi was voor een boschbivak. Het moest gemaakt worden van ruw hout met biliken wanden en atappen dakbedekking. Maar naar mijne meening is het niet te mooi, vooral daar gehuwde officieren geplaatst kunnen worden op Blang Kedjeren, Trangon en Pendeng, zoodat er voor gezorgd moet worden, dat de dames een behoorlijk onderdak hebben. De opvoer naar Blang Kedjeren is te verdeelen over twee trajecten le. Van Medan naar Koeta Tjané; 2e. Van Koeta Tjané naar Blang Kedjeren. le. De weg Medan Koeta Tjané, afstand 218 K. M., is geheel te berijden, zoodat de opvoer hier gemakkelijk kan geschieden door het gebruik van vrachtauto's door den Lande aan te koopen. In het voorstel, waarbij werd aangegeven, dat de weg Koeta Tjané Blang Kedjeren in April 1919 voor opvoer geschikt zöu zijn, was hiervan ook uitgegaan: a. de opvoer per auto van Medan tot Koeta Tjané, b. de opvoer per draagpaard of koelie van Koeta Tjané tot Blang. Toen evenwel de weg voor dit vervoer geschikt was gemaakt, waarbij de kosten uiterst miniem waren, begon het gouvernement te bezuinigen. De auto's werden niet aangekocht voor het traject Medan Koeta Tjané; er moest maar volstaan worden met grobak ken getrokken door sapi's. In plaats van flink aan te pakken, werd 1019

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 487