in aanzien. Vaak geven gewezen Inlandsche militairen in hun omge ving een onjuist beeld van dezen dienst. Men meende, dat verbetering zou kunnen worden verkregen door de werving door goed uitgezochte personen te doen geschieden. Ook zou de dienst aantrekkelijker gemaakt kunnen worden door het vee, bestemd voor de voeding van Mohammedaansche soldaten, altijd ritueel te laten slachten. In verschillende gevallen geschiedt dit thans al, maar het zou dan aanbeveling verdienen, bekend te maken, dat zulks inderdaad geschiedt. Verder werd er op gewezen dat Javanen vaak buiten Java moeten dienen, hetgeen voor hen een bezwaar oplevert. Het optreden van een Ambonneesch sergeant op het eiland Flores bij het vervolgen van Djahats, waaraan enkel ten grondslag lag het verwerven van de premie ad 2.50 per hoofd, werd gelaakt. 7. Ook werd aanbevolen, in de kazernes de huwelijken van militairen en de namen van hunne vrouwen en kinderen te regis- treeren om in de behoefte aan een burgerlijken stand tegemoet te komen. Opgemerkt werd van andere zijde, dat vrouwen in de kazerne niet thuis behooren. Op den duur kunnen deze echter alleen worden geweerd, wanneer men geen beroepssoldaten meer heeft. De jonge miliciens met hun korten diensttijd hebben geen behoefte aan een levensgezellin in de kazerne De tegenwoordige toestand is oorzaak van het ontstaan van een gedegenereerd proletariaat; de in de kazerne geboren kinderen groeien onder immoreele omstandigheden op. Bepaaldelijk werd door vele leden voorzichtigheid aanbevolen bij een mogelijk streven om het concubinaat in de kazerne af te schaffen, zoolang er niet voor gezorgd kan worden, dat voor het concubinaat iets beters in de plaats treedt. Geklaagd werd, dat de huisvesting van de niet-Europeesche mi litairen ondanks de gedane toezeggingen nog steeds slecht is. 8. Eenige leden gaven te kennen, dat niettegenstaande de verzekering van den Legercommandant van het tegendeel, zij nog steeds van meening zijn, dat in het leger een ontevreden geest heerscht. Niet zonder reden, naar zij meenden, daar de mindere militairen verstoken zijn van de meest elementaire rechten, die de maatschappij bezit. Het niet op onbeperkte wijze verleenen van het recht van vereeniging en vergadering werd een fout geacht. Het komt nog telkens voor, dat den soldaat verboden wordt te vergaderen, of dat hij alleen vergaderen mag in bijzijn van officieren. Dit standpunt werd ook daarom onjuist geacht, wijl door het ont breken van een behoorlijke gelegenheid tot het bespreken en naar voren brengen van grieven, uiterste elementen gelegenheid krijgen in het geheim invloed uit te oefenen. De wijze, waarop de mindere militair kennis mag nemen van den inhoud van de soldaten- en matrozenkrant, werd kleingeestig genoemdnaar vernomen werd, mag dit blad wel op de chambree en niet in de cantine gelezen worden. Ook is het verboden dit blad 590

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 48