tiger onderhoud. Het heeft geen zin hier nader op in te gaan, aangezien sedert de invoering der wapening M95. van de zijde der Inspectie der Draagbare Wapenen reeds hierop gewezen is. Van hoeveel invloed overigens een behoorlijk onderhoud is. moge blijken uit het feit, dat van de door het voormalig Vrijwilligerskorps Sumatra's Oostkust ingeleverde karabijnen bij het inschieten 16 der loopen werd afgekeurd. Deze wapens zijn toch niet veelgebruikt, doch over het algemeen heeft het onderhoud zeer veel te wenschen overgelaten, met het genoemde resultaat. Er moet nog de aandacht op gevestigd worden, dat de hierboven aangegeven spreiding nog niet eens het ongunstigste geval voorstelt. Het geval kan zich immers voordoen, dat een loop niet afgekeurd kan worden, ook al vallen de 10 schoten niet binnen een vierkant van 13/14 cM. zijde Wanneer de 8 binnenste treffers binnen een vierkant van 10/11 cM. vallen, kunnen dus twee treffers voorkomen met nog grooter afwijking van het gemiddeld trefpunt, hetgeen bij het inschieten herhaaldelijk blijkt. Voorts moeten twee series ge schoten worden en doet zich meerdere malen het geval voor, dat de eerste maal niet, de tweede wel aan de eischen wordt voldaan, zonder dat zulks aan den schutter is toe te schrijven, doch slechts aan eene toevallige omstandigheid. Het voorschrift, een wapen, dat op 50 M. dwarstreffers oplevert, nogmaals op 100 M. te beproeven, komt neer op het nutteloos verspillen van kostelijke munitie en tijd. Een geweer (karabijn), dat op 50 M. dwarstreffers oplevert, geeft ze op 100 M. ook, zonder uitzondering. Wel komt voor, dat men op 50 M. nog slechts duikers krijgt (niet zuiver ronde kogelgaten)gaat dit met eenigszins aanzienlijke spreiding gepaard, dan is de kans groot, dat men op 100 M. dwarstreffers zal krijgen, en moet men het wapen dus nog eens op dien afstand beproeven. De noot betreffende den vorm van dwarstreffers kan beter achter wege blijven; de vermelding is een weinig overbodig en bovendien nog onjuist ook, want er komen nog heel andere vormen van dwarstreffers voor. Wat moet geschieden, indien een wapen bij voortgezet vuur (25 a 30 patronen; hulsklemmingen begint te geven N. m. m. verkeert een dergelijk wapen niet in siagvaardigen toestand. C. Achterlijke schutters. Volgens 12 moet de man zooveel mogelijk met zijn eigen wapen schieten. Wanneer een wanboffer nu bewapend is met een 1925

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 493