11. Oprichting van een kantoor voor lichamelijke en geestelijke ont
wikkeling en ontspanning.
12. Instelling van de betrekking van Secretaris-Generaal bij bet
Departement van Oorlog, met den rang van generaal-majoor.
De toelichting van deze post luidt als volgt:
„De instelling van een secretariaat bij het Departement van
Oorlog is urgent geworden, nu de werkzaamheden van den
Legercommandant in zijn dubbelen werkkring van Legerbevel
hebber en van Hoofd van het Departement van Oorlog, maar
vooral in laatstbedoelde functie, zoodanig zijn totgenomen, dat
zij niet meer naar behooren zijn te overzien en te beheerschen
door één persoon. Vooral de departementale arbeid is, ondanks
de met kracht nagestreefde decentralisatie in den boezem van
het Leger, zoo omvangrijk geworden, dat de vervulling van
de taak van Legerbevelhebber daaronder op den duur zal moeten
lijden, hetgeen een hoogst ongewenschte toestand is. Daarom is het
dan ook noodzakelijk geworden, dat een deel van den arbeid aan
den Legercommandant op andere schouders wordt gelegd.
„Nauwgezette studie ter zake, waarbij de volle aandacht is ge
schonken aan de ontwikkeling van het Secretariaat bij het Depar
tement van Oorlog in Nederland en bij de overige departemen
ten van Algemeen Bestuur in Nederlandsch-Indië, inzonderheid
bij het departement der Marine, leidde tot de slotsom, dat, in
in verband met de samenstelling van het departement van Oor
log in Nederlandsch-Indië, daarbij geen plaats is voor een bur
gerlijk secretaris en dat de beste oplossing zou worden ver
kregen, indien een Generaal-Majoor als Secretaris-Generaal aan
het departement werd verbonden.
„Slechts door een dergelijke uitbreiding van de Legersamen-
stelling zal de Legercommandant in staat zijn gesteld zich ten
volle te wijden aan zijn taak als Legerbevelhebber."
Het is de vraag, of deze toelichting, waarvan vooral de tweede
zinsnede meer autoritair dan overtuigend klinkt, het gewenschte
effect hebben zal. De leden van den Volksraad, die in het
afdeelingsverslag van 1919 klaagden over te veel generaals
zullen door deze toelichting niet bekeerd worden.
13. Oprichting van een gymnastiek- en sportschool.
14. Herziening van de verhoudingen tusschen de sterkten in de
verschillende rangen van het officierspersoneel der militaire
administratie, hierin bestaande, dat dit dienstvak tegen inkrimping
1031
I.M.T. 1918, blz, 524.