Uerslag Dan bet onderzoek in de □ideelingen Dan den Uolksraad naar de zg. aannullingsbegrooling Door 1920 (Uitreksel.) Afdeeling IX. Departement van Oorlog. 1. Het zou op prijs gesteld worden indien voor zoover de belangen van het land zulks toelaten een volledige uiteenzetting werd gegeven van het verdedigingsstelsel te land, de verwachtingen, die van het leger gekoesterd worden, enz. 2. Gevraagd werd, of nu eindelijk een beslissing is genomen inzake de beginselen, waarop de organisatie van het leger moet berusten, welke beslissing reeds bij de vorige Memorie van Antwoord in uitzicht was gesteld Een commissie van Indische officieren heeft zich in opdracht van den Minister van Koloniën naar Frankrijk begeven ter bestudeering van de slagvelden. Volgt hieruit, dat ons leger niet zal zijn een politie-Ieger, doch een leger bestemd tot bestrijding van een eventueelen buitenlandschen vijand? zoo ja, dan is het te zwak. Men zou c.q gaarne vernemen, of maatregelen zijn te verwachten om het leger uit te breiden. In deze en vorige begrootingen komen uitgaven voor, die alleen verklaarbaar zijn, wanneer besloten is tot inrichting van een B.V. leger (b.v. de instelling van het ambt van secretaris-generaal, de oprichting van een gymnastiek- en sportschool, de toelagen aan leeraren, de uitbreiding van den militairen inlichtingendienst). Gevreesd werd, dat de legerleiding hinkt op twee ge lachten en dat noch een behoorlijk politie-leger, noch een deugdelijk B.V. leger wordt gevormd Is het de bedoeling, dat met een beslissing gewacht wordt op Nederland's toetreding tot den Volkerenbond, laat men dan ook wachten met het doen van voorstellen van uilgaven, die alleen bij de vorming van een B. V. leger gerechtvaardigd zijn. 3. In herinnering werd gebracht, dat het hoofdbestuur van den soldatenbond onlangs een rekest om inlichtingen op de indertijd opgezonden statuten ter erla> ging van rechtspersoonlijkheid voor dien bond heeft ingediend. Men vroeg, of een gunstige beslissing spoedig kan worden verwacht Het eertijds geldende bewaar, dat de namen van de leden van het bestuur niet bekend waren, is opgeheven, aangezien het bestuur de namen van zijn leden thans heeft medegedeeld. 1037

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 505