4. In strijd met de toezegging van den Legercommandant in den Volksraad, dat aan vereenigingen niets in den weg zal worden gelegd, zoolang de krijgstucht niet wordt aangetast, heeft htt leger bestuur de onderofficierenvereeniging „Ons aller belang" schriftelijke aanwijzingen gegeven omtrent hetgeen dat bestuur te doen en te laten heeft. Deze handelingen tasten de vrijheid der vereeniging aan. Het legerbestuur onthoude zich voortaan van dergelijke be moeienis met de zaken der vereeniging. 5. Eenige leden vernamen gaarne, of den soldaten moeilijk heden in den weg worden gelegd bij toetreding als lid tot erkende politieke vereenigingen. Zij deelden mede, dat aansluiting van de mindere militairen van het garnizoen Magelang bij de Sarikat Hindia door militaire autoriteiten belemmerd werd. In de vergadering van den Volksraad van 9 Juli jl. deelde de Legercommandant mede| dat eenige Menadoneesche militairen door een hoofdofficier te Magelang werden ingelicht over de vereeniging Insulinde. Men zou gaarne weten, welke inlichtingen daarbij verstrekt werden, aangezien de bedoelde hoofdofficier geen lid der vereeniging en dus zeker allerminst bevoegd is om daarover in een besloten kring inlichtingen te geven. 6. Medegedeeld werd, dat tegen de 16 oprichters van den soidatenraad een gevangenisstraf is geëischt van totaal 44 jaar en 2 maanden of van gemiddeld 3 jaar. Er werd op gewezen, dat de Legercommandant tijdens de laatste zitting heeft verklaard, dat de oprichters van den soidatenraad naar zijn meening niet zoo heel erg schuldig zijn. De opgelegde straffen werden dan ook veel te zwaar geacht. De omstandigheden ten tijde van tut gebeurde Novemberdagen 1918 waren abnormaal. De straffen vormden in ieder geval een schril contrast met de straf van 3 maanden opgelegd aan den sergeant, die den kanonnier De Haan doodschoot. Andere leaen wenschten hun oordeel op te schorten, totdat zij kennis zullen genomen hebben van de betrekkelijke vonnissen. Gaarne zouden zij deze in afschrift ontvangen. 7. Wederom werd betoogd, dat het bezoldigingsstelsel, waarbij bij gelijke dienstprestaties verschil in bezoldiging bestaat, tot groote ontevredenheid aanleiding geeft en den minderen militair in de armen van revolutionnaire vereenigingen drijft. Men vroeg voorts, of dat gedeelte van het verslag van de militaire bezoldigingscommissie, dat voor de mindere militairen van belang is, in het Maleisch vertaald, aan de betrokkenen verspreid kan worden. Gevraagd werd, in hoever het juist is, dat op den verjaardag van H. M. de Koningin bij verstrekking van extraatjes uit de cantine- kas aan militairen een onderscheid naar de rassen werd gemaakt, lnlandsche militairen te Weltevreden zouden het cadeautje om die reden hebben geweigerd. Men zou prijs stellen op mededeeling 1038

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 506