Omstreeks half zeven 's avonds drong deze troep het Chineesche
kamp binnen, de huizen bombardeerend met steenen, welke blijkbaar
voor dit doel waren medegenomen. Gelukkig dat de Chineezen, opge
schrikt door het ongewoon groot aantal verzamelde militairen,
hunne toko's en huizen reeds hadden afgesloten en zich daarin
schuil hielden, zoodat alleen aan enkele huizen lichte schade werd
toegebracht.
Intusschen had de Wedono den plaatselijken militairen commandant
gewaarschuwd, die terstond patrouilles uitzond. 8ij de komst van
die patrouilles stoven de militairen in alle richtingen uit elkaar;
eenigen werden bij het binnengaan van het kampement gearresteerd.
Tijdens de vlucht van de militairen is van de zijde der Chineezen
met eene revolver geschoten, waardoor een Inlandsch militair en een
Inlardsche waker, die voor een der toko's zat, werden getroffende
militair bekwam een weinig beduidende vleeschwond in de dij, de
inlander een schot in de miltstreek.
Ter voorkoming van verdere rustverstoring werd aan alle niet-
Europeesche ongegradueerde militairen verboden om in het Chi
neesche kamp te komen; door patrouilles werd aan dit verbod
de hand gehouden; de Assistent-Resident liet voorloopig alle Chi
neezen hunne vuurwapens inleveren.
Verder hebben zien, voor zoover bekend, geen incidenten meer
voorgedaan.
Het zeer uitgebreide onderzoek in zake de relletjes tusschen sol=
daten en politie te Soerabaja is nog niet beëindigd. Volledige in
lichtingen daaromtrent zullen worden verstrekt, nadat de vereischte
gegevens daarvoor zullen zijn ontvangen.
14. Inderdaad is gebleken, dat bij eene afdeeling artillerie te
Soerabaja, waarbij 2 soldaten in de 2e klasse van militaire discipline
zijn geplaatst, de commandant in tegenstelling met de overige
commandanten ter plaatse niet bekend was met het feit, dat het
onderscheidingsteeken voor dergelijke militairen was vervallen.
Hadden de belanghebbenden ter zake eene reclame ingebracht
bij de militaire chefs, dan zouden zij vroeger ontheven zijn gewor
den van de verplichting om dat onderscheidingsteeken te dragen,
dan thans het geval is geweest.
15. Betreffende hetgeen volgens de Locomotief te Semarang
zou zijn voorgevallen met een onderofficier, die tijdelijk eene leeg
staande onderluitenantswoning had betrokken, is bij het legerbestuur
niets bekend. Ter zake worden inlichtingen ingewonnen.
16. In de memorie van antwoord nopens de ontwerp-be-
grooting voor 1920 gedrukt stuk 34 ij), blz. 14 werd reeds
medegedeeld, dat de diensten op Zon- en feestdagen zooveel
mogelijk beperkt worden en dat aan deze aangelegenheid in de
reglementen op den inwendigen dienst een afzonderlijk hoofdstuk
is gewijd. Daarbij werd echter opgemerkt, dat het duidelijk was,
dat. vooral bij zee- en lange landreizen, het reizen op Zondag niet
altijd vermeden kan worden.
1052