selier moet toen de hand tusschen den broeksband hebben gesloken; toen hij gegrepen en onderzocht werd, bleek hij onder zijne kleeding den houten steel van eene patjolpik te hebben verborgen; hierop werd hij gearresteerd. Hoewel de verklaring van den fuselier zeer afwijkt van die der politie, moet op grond van stellige verklaringen van meerdere Europeesche getuigen de lezing van de politie als de juiste worden aangenomen. Tijdens dit voorval hebben de Amboineezen van het fluitorkest zich ergerlijk gedragen. Zij wierpen met glazen en met een stoel en konden door de feestviei enden slechts met moeite worden weerhouden om over de afsluiting heen den inlandschen fuselier te hulp te komen. Agenten hadden den klewang reeds ge trokken, een zelfs de revolver. Het is dan ook te betreuren, dat toen de medewerking van de militaire autoriteiten niet is ingeroepen om de or de te helpen handhaven en de nontonnende miltairen, in het bijzonder ook het fluitorkest, naar de kampementen doen terugkeeren. Een nieuw voorval deed zich denzelfden avond voor, toen het fluitorkest zicht kazernewaarts begaf om 12 u.'s nachts Aanvankelijk behoorlijk in rij en gelid afgemarcheerd, werd door een deel dezer millitairen om 12 u. 50 de politiepost bij de Tjantianbrug gemo lesteerd en met steenen geworpen. De beide inlandsche agenten konden daartegen weinig uitrichten, doch toen spoedig van alle zijden versterking opdaagde, zetten zij gezamenlijk de vluchtende ongewapende soldaten na, welke vervolging zij voortzetten tot binnen de de poort van de kazerne, ondanks de waai schuwing van den schildwacht. Door het geraas kwam een aantal militairen naar buiten loopen d w. z. buiten hunne kamers en de politie ont warende werd deze met steenen geworpen, waardoor een agent werd getroffen. De orde werd spoedig hersteld door den adjudant onderofficier van het bataljon, doch de voorvallen van dezen avond hadden van weerszijden de gemoederen verhit Den 14en October om 61/2 uur N. passeerde eene groep politie 12 man de Djotangan-kazerne Dezen personen werd door eenige in de nabijheid van de kazerne aanwezige niet-Europeesche mili tairen een scheldwoord toegeroepentoen dit scheldwoord werd herhaald, werd door een agent teruggescholden. De tusschenkomst van een inlandsch sergeant maakte aan dit voorval een einde en was vermoedelijk oorzaak, dat de militairen op dat oogenblik de agenten niet meer lastig vielen. Later schijnen zij hen te zijn gevolgd, althans een drietal van die agenten werd eenigen tijd later bij de Roode brug door militairen aangeroepen waarom zij het veiliger achtten met een karretje huiswaarts te gaan. Daarop werden door meerbedoelde militairen de nabij de Roode brug op post staande agenten tot een gevecht uitgedaagd, doch het kalmeerend optreden van een inlandsch fuselier had tengevolge, dat hier verder niets gebeurde en en de militairen aftrokken. Van dit voorval werd den politiechef 4e sectie bericht, terwijl de commandant van de kazernewacht (een Europeesch sergeant) een 15 tal militairen zich haastig uit de richting van de Roode brug naar de Societeitsstraat zag spoeden. Middelerwijl moet er ten O. van de kazerne (nabij Gatottan) eene vechtpartij zijn ont- 1058

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 526