galerij zat en dat hij haar 1 a 2 dagen later bij de keuken had zien staan Ten slotte zij medegedeeld, dat de sergeant- stafhoornblazer nimmer bij de bevoegde autoriteit klachten over de getroffen regeling heeft ingebracht. Tot aanvulling van de reeds gedane mededeelingen omtrent de verstrekkingen aan de militairen te Weltevreden en te Meester- Cornelis op 31 Augutus j.l. kan nog het volgende worden vermeld In die garnizoenen wordt sedert 1912 door bemiddeling van het het Hoofd van gewestelijk bestuur jaarlijks een zeker bedrag ontvangen, z.2. wijn- en sigarengelden, ten behoeve van de mindere militairen aldaar. Dit bedrag wordt berekend naar een toenmaals vasgestelden maatstaf volgens welken Europeesche en Amboineesche onderofficieren en minderen gelijk, de inlandsche onderofficieren en minderen lager bedeeld werden. Deze regeling is sedert dien ongewijzigd in stand gebleven, zonder dat daaruit ooit moeilijkheden zijn voortgevloeid. Daar voor zoover bekend, deze extra-verstrekking alleen plaats heeft' in de beide genoemde garnizoenen, is bij de aanvankelijke behandeling van de hierop betrekking hebbende vraag aan deze uitzondering geen aandacht geschonken. Inderdaad hebben inlandsche militairen dit jaar aanstoot genomen aan het gemaakte onderscheid en daarover bi] hunne chefs bezwaren ingebracht. Aan de bedoelde bezwaren is, voor zoover nog gelden overgebleven waren, eenigszins tegemoet gekomen, terwijl overigens is toegezegd, dat in volgende jaren eene billijker verdeeling der gelden zal worden toegepast. Bij een enkel korps hebben de inlandsche militaren geweigerd de hun toegedachte gelden in ontvangst te nemen. Door den afdeeiingscommandant is toen bepaald, dat die gelden in de menage van dat korps zouden worden gestort, indien de betrokkenen na de beslissing op hoogerbedoelde ingebrachte bewaren bij hunne wei gering mochten volharden. 1062

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 530