HanuuIIingsbegrooting Door 1920.
Eerste nota uan Wijzigingen,
flleinorie uan Toelichting.
(Uitreksel)
Afdeeling IX.
Departement van Oorlog.
Hoofdstuk I. Onderaf deeling 97 (f 46.000)
Hoofdstuk II. Onder af deeling 427F (f 8.715.000).
Algeheele herziening der inkomsten van alle militaire landsdiena
ren en van enkele categorieën van onder het Departement van Oor
log behoorende burgerlijke landsdienaren.
Ter zake moge worden verwezen naar het reeds vroeger aan den
Volksraad aangeboden gedrukte verslag van de „Commissie tot her
ziening der bezoldiging van het militair personeel van de landmacht" 1
en de als bijlage C van deze Memorie van Toelichting opgenomen nota
van afwijkingen van de voorstellen van genoemde commissie, voor
zoover die thans niet van invloed zijn op de raming der uitgaven.
Voorts worden ondervolgende wijzigingen in de voorstellen der
commissie, welke wèl van invloed zijn op de door haar gemaakte
kostenraming 29 van het verslag), noodig geacht:
le. In stede van eene gratificatie in eens toe te kennen aan de
officieren, die met gunstigen uitslag de studiën aan de Hoogere
Krijgsschool en de daaropvolgende detacheeringen hebben volbracht,
zal aan de officieren van den generalen staf en van de intendance
met uitzondering van de diensthoofden eene bezoldigingzijn
toe te kennen, welke onderscheidenlijk f 1C0 en f 75 per maand
hooger is dan die van de officieren van de wapens en dienstvakken,
waarvan zij afkomstig zijn.
In verband hiermede zal het bedrag van de bezoldigingen der
officieren in Indië met f 33.600 's jaars zijn te verhoogen, doch kan
het voor de bovenbedoelde gratificatiën uitgetrokken bedrag van
f 18 500 's jaars vervallen.
2e. Het komt gewenscht voor om de toelagen, welke ingevolge
het militair tarief No. 46a thans worden genoten door den luitenant-
generaal, de generaal-majoors en de kolonels met uitzondering
van die van den Militair Geneeskundigen dienst niet in de trak-
Zie ook I. M. T., Nov. 1919.
1063