Het eindtraktement van den onderluitenant-hoofdmonteur kan
gelijk zijn aan dat der overige onderluitenants, doch zijn aanvangs-
traktement moet minstens f 360 bedragen, om te voorkomen, dat hij
bij minder dan 10 dienstjaren als onderofficier minder zou genieten
dan den adjudant onderofficier-monteur.
De monteurs zullen onder het bovenbedoelde voorbehoud maan-
delijksche vliegtoelagen van f 40 genietenen voorts de vliegtoelagen
per kwartier vlucht, welke door de commissie zijn aanbevolen.
Het is billijk om als diensttijd voor de aan de betrekking van
burgerambtenaar-topograat verbonden traktementsverhoogingen te
doen medetellen den tijd, gedurende welken de betrokkene als militair
opzichter der le of 2e klasse heeft gediend.
Aan den opzichter bij de Topografische Inrichting, bedoeld in
schaal 256, zal na 4 jaar dienst als zoodanig eene bezoldiging zijn
toe te kennen van 150 per maand.
Aan den bibliothecaris bij het Departement van Oorlog, voor wien
de commissie in schaal 26 een traktement heeft voorgesteld van
f 400 tot f 550, zal een traktement zijn toe te kennen van f 400 tot
f 600, te bereiken door verhoogingen van f50, telkens na 3 jaar dienst.
bij de aanvullingsbegrooting voor 1919 is reeds rekening gehouden
met eene bezoldiging voor den opziener bij het grasland te
Tjimahi van f 100 per maand met drie verhoogingen, elk van f 25
per maand, telkens na 2 jaar dienst. Het door de commissie aanbevolen
traktement voor dezen beambte zal dienovereenkomstig moeten
worden gewijzigd.
De commissie heeft geene bezoldigingen aangegeven voor het
burgerpersoneel bij de vliegafdeeling, dat grootendeels dient ter
vervanging van militair personeel, en, voor zoover dit het geval is,
overeenkomstig dat militair personeel kan worden bezoldigd
In verband hiermede zullen aan dat personeel de volgende maande-
lijksche bezoldigingen zijn toe te kennen:
Monteur en werkmeester f 260 met acht verhoogingen van f 20,
telkens na 2 jaar dienst, tot een maximum van f 420;
Hoofdmonteur f 360 met vier tweejaarlijksche verhoogingen, de
eerste twee van f 30 en de laatste twee van f 40, tot een maximum
van f 500;
Opzichter f 180 niet 8 verhoogingen om de 2 jaar, de eerste van f 10
en de andere van f 20, tot een maximum van f 330;
Instructeur f 260 met 5 tweejaarlijksche verhoogingen, de eerste
vier elk van f 30 en de laatste van f 40, tot een maximum van f 420;
Werktuigkundige f 500 met vijf driejaarlijksche verhoogingen van
f 50 elk, tot een maximum van f 750.
De monteurs en de hoofdmonteurs zullen vliegtoelagen moeten
genieten als de militaire monteurs, de instructeurs als de officieren
vliegenier, terwijl de werktuigkundige geen maandelijksche vliegtoe
lagen zal behoeven te genieten, doch zoo hij in dienst aan vluchten
deelneemt vliegtoelagen per kwartier vlucht als officieren, die niet
tot de vliegafdeeling behooren.
Deze toelagen per kwartier vlucht zullen ook zijn toe te kennen
aan den ingenieur bij de vliegafdeeling, wiens traktement zal zijn
te stellen op f 600 's maands met 4 driejaarlijksche verhoogingen,
1070