lid, van haar verslag heeft aanbevolen, achterwege blijven.
Overigens wordt ingestemd met het voorstel der commissie om
voor sergeanten 2de klasse, korporaals en soldaten van de inheemsche
troepen den voor recht op pensioen gestelden diensttijd van 25 op
20 jaar terug te brengen en hun derhalve een standpensioen in uitzicht
te stellen, dat na 20 jaar dienst bereikbaar is.
Als gevolg van de hiervoren bedoelde vermindering van de door de
commisie voorgestelde kapiteins- en majoorspensioenen, zaldejaarlijk-
sche stijging van den pensioenslast, welke op bladzijde 82 van het ver
slag is becijferd op f 212.CCO, met f 11.000 verminderen en derhalve
zijn te stellen op 2CO.COO,'terwijl deeindstijging, welke op f 4.131 000
is geraamd, f 262.0C0 lager zal worden en derhalve kan worden
gesteld op rond f 3.870.000.
Ter zake van verhoogde uitkeeiingen over de jaren 1917 tot en met
1919 aan de pensioenfondsen voor de koloniale landsdienaren zal
zijn te rekenen op rond f 430.000 en over 1920 op rond f 350 000.
Verder zal als gevolg van de hierboven besproken maatregelen nog
moeten worden gerekend op eene stijging der pensioenen van de In-
landsche schepelingen der Koninklijke Marine met f 17 000 'sjaars,
waarvoor echter de globale raming van den algemeenen post
niet behoeft te worden gewijzigd.
10 74