Verondersteld werd. dat de verwijzing naar de^Memorie van Toelichting met betrekking tot het bedrag van loO.COO. opeen misverstand berustte. Gaarne ontving men omtrent dezen post als- ^Een^luf vroeg^of^de opinie van sommige deskundigen, dat de Preangerstelling wankel staat, juist is. Onderaf deeling 386, onderdeel a. Geneeskundige dienst Men had vernomen dat in het leger zooveel venerische ziekten voorkomen, dat de weermacht daardoor niet onbelangrijk is ver zwakt. Na de totstandkoming, van de z g. zedelijkheidswetten en na de afschaffing van verschillende voorzorgsmaatregelen zou het percentage dier ziekten aanmerkelijk zijn toegenomen Gewaagd werd of een en ander inderdaad het geval is en of het geen aan beveling zou verdienen bij de landmacht dezelfde preventieve bestrijdingsmiddelen in toepassing te brengen, als bij de zeemacht Een lid vroeg, hoe groot het aantal Afrikaansche verplegers is. Ander leden wenschten te vernemen, hoe groot het tekort isaan officieren van gezondheid, en gaven in overweging, ten einde daardoor de indiensttreding van verpleegsters te bevorderen om de door haar doorgebrachte jaren in ziekenhuizen of als particuliere verpleegsters, als diensttijd te doen medetellen Er werd op gewezen, dat in de hospitalen de dienstverhouding tusschen officieren van gezondheid en verpleegsters minder goed is. Onderaf deeling 387. Verdere uitgaven voor den geneeskundigen dienst en den hospitaaldienst. Een lid had wel eens opgemerkt, dat bij militaire lijkstaties de noodige eerbied ontbrak, en meende, dat de daaromtrent bestaande voorschriften niet steeds worden opgevolgd. Onderaf deeling 388, onderdeel a. Militaire strafgevangenis tevens huis van arrest te Tjimahi. Als resultaat van het bezoek, door de Volksraadsleden Cramer en Stokvis aan de militaire gevangenis te Tjimahi gebracht, werden enkele grieven medegedeeld: „i5 1°. Een zeer algemeene klacht was die over het eten; zij is blijkbaar hieraan toe te schrijven, dat geen vaste koks zijn te werk gesteld. 2°. Wegens gebrek aan het noodige administratieve gevangenis personeel worden gevangenen voor het verrichten van administratief werk aangesteld; het aanwijzen van bepaalde gevangenen voor dergelijke diensten wekt echter bij anderen afgunst. 3°. Velen worden zwaar gestraft voor feiten, die in de burgerlijke maatschappij een weinig ernstige beteekenis hebben, als b.v. feitelijke insubordinatie in toestand van dronkenschap. 40. De kettingsluiting is een onmenschelijke straf, die niet benoort te worden gehandhaafd. 598

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 56