Europeesche afkomst in werkplaatsen, enz. en aan met die oplei-
^'(fevra'agcf wen?,"waarom aiieen aan jongelieden van Europee
sche afkomst toelagen worden uitbetaald.
Onderafdeeling 390, onderdeel b. Stafmuziek.
Men drong aan op verbetering van de stafmuziek. Zij beschikt
thans b v. niet over behoorlijke koperinstrumenten. Men zou ook
wenschen, dat de kapelmeester den rang van officier kreeg en de
kr'vefbUaS„in hieTmede^wen^nög de wensche,ikheid
de bataljonsmuziek te verbeteren en ook het zingen van de soldaten
aan te moedigen en te leiden. Er wordt te weinig aandacht ge
schonken aan de muziek als een beschaafd en verheffend bevre
diging- en kalmeeringsmiddel.
Onderaf deeling 392. Bijdragen aan vereenigingen, die zich ten
doel stellen het zedelijk welziin der militairen te bevorderen.
Men achtte het wenschelijk, dat ook voor Inlandsche militairen
01 Men zou ^gaarne vernemen, welke subsidies thans aan verschil
lende vereenigingen worden uitgekeerd en wat daarvoor ten
van den militair wordt verricht.
Onderaf deeling 394. Soldijen verbonden aan de Militaire Wil
lemsorde en aan het eereteeken voor Moed en trouw.
Betoogd werd, dat het redelijk is, dat de riddersoldij verbonden
aan de Militaire Willemsorde voor Europeanen en Inlanders gelijk
zij. In verband daarmee werd aanbevolen dezen post teverhoogen.
Onderafdeeling 395. Levensmiddelen en brandstoffen ten behoeve
van alle personen, voor wie van landswege ten laste van de oor-
lopsheprooting in voeding enz. wordt voorziem
Gevraagd werd, waarom aan de mindere militairen niet meer in
vloed wordt toegekend op de wijze van klaarmaken en de keuze,
afwisseling enz. van het voor hen bestemde voedsel. Naar men
meende zóu dan een groote oorzaak van ontevredenheid worden
weggenomen.
Onderafdeeling 395. Voorzieningen van materieelen aard in het
algETkde leden vroegen, waarom de rangonderscheidingen van de
Eurüpeesche sergeanten en korporaals gewijzigd moeten worden
(blz. 71 Toelichtingen.).
Onderafdeeling 403. Buitengewone persoonlijke uitgaven ten be-
h°m dVê°en póSt wS ifa^LhtTevestigd op het artikel .Een
grove onbillijkheid" voorkomend in het le blad van de Locomotief
van 24 Mei 1919.
600