De bedoelingen der Regeering worden het behoeft geen betoog niet gekend uit brieven van particulieren, doch uit haar eigen mededee- tingen, en handelingen, waaruit ten duidelijkste blijkt, dat zij zoowel de economische als de militaire weerbaarheid van Ned.- Indië wenscht. inderdaad is in de jaren 1858— 1875—omstreeks een halve eeuw geleden gedacht aan werving van Japanners. Uit de ter zake gevoerde briefwisseling blijkt echter allerminst, dat de toen voor genomen maatregel ook maar in eenig verband heeft gestaan met een streven der Regeering om het ras- en het godsdienstverschil in het leger op den voorgrond te doen treden, ten einde zoodoende in staat te zijn binnenlandsche onlusten te kunnen onderdrukken. Met de aanwerving van Japanners waartoe in verband met de daartegen ingebrachte bezwaren van de zijde der Japansche Re geering nimmer is overgegaan werd uitsluitend beoogd de voor ziening in het destijds bestaand incompleet en om tot vermindering van de sterkte aan Europeanen in het leger te kunnen geraken. De door eenige leden gegeven voorstelling van het advies van den toenmaügen Afdeelings- tevens Brigade Commandant te Magelang van 6 April 1915 in zake de keuring van Christen-Timoreezen is onjuist. Er wordt daarin geenszins aanbevolen om in het bijzonder bij de keuring van C h f i s t e n-Timoreezen niet zoo streng te letten op de oogenblikkelijke lichaamsgesteldheid; het pleidooi gold voor enkele onder ongunstige omstandigheden verkeerende stammen, en hield alleen verband met de goede soldaten- eigenschappen, welke deze rassen getoond hebben te bezitten. Het is eene toevallige om standigheid, dat onder de verschillende rassen, waarmede de Ti- morarchipel is bevolkt, juist de bewoners van de eilanden Rotti en Savoe - voor een deel den christelijken godsdienst belijdend de meeste neiging aan den dag leggen om zich voor den militairen dienst te laten aanwerven; van eenige voorkeur voor Christen- Timoreezen is echter geen sprake geweest. De leden, die denken, dat de zending zich „door belanghebbenden zoude laten misbruiken, toonen daardoor de zending niet te kennen Waar, zooals hiervoren reeds gezegd, door de militaire bezoldi- gingscommissie geheel nieuwe denkbeelden in overweging zullen worden gegeven, waarbij ook ten opzichte van de verschillende rassen een gewijzigde politiek zal worden aanbevolen en in verband daarmede eene algeheele herziening van de grondslagen voor de bezol diging, de handgelden, premien aan wervers en hoofden enz. enz., heeft het weinig nut om de redenen, welke ten grondslag leggen aan de thans nog bestaande verschillen uitvoerig uiteen te zetten. Slechts zj] opgemerkt, dat deze verschillen hoofdzakelijk verband houden met de bij de totstandkoming der regelingen gehuldigde opvattingen nopens de gevechtswaarde van de verschillende rassen en verder zich ge leidelijk hebben ontwikkeld door de wet van vraag en aanbod. 608

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 66