Hieraan kan nog worden toegevoegd, dat de Gouverneur-Generaal ambtelijk Zijne waardeering heeft betuigd over de houding der naar de geteisterde streken gezonden troepen en de door ben verleende hulp, een en ander op grond van eigen waarneming en van de ter zake plaatselijk ontvangen berichten. Tegen het doen zitting nemen van mindere militairen in commissies, die per garnizoen of per korps, al naar gelang van den aard der aan haar op te dragen werkzaamheden, aangelegenheden betreffende de voeding, de huisvesting, de ontspanningslocalen, de cantire en moge lijk andere belangen van huishoudelijken aard behartigen, bestaan in beginsel geen bezwaren. De vorming van een centraal-comité, door de plaatselijke commissies gekozen, hetwelk de meer algemeene belangen der mindere militairen bij het legerbestuur zou kunnen voorstaan, wordt ongewenscht en overbodig geacht. Het relaas in de soldatenkrant van 16 Maart j.l. onder den titel van „Toen hij eindelijk wat beleefde" omtrent den dood van den kanonnier de Haan, is in de hoofdzaken, op enkele punten na, juist. Tegen den onderofficier, die het schot op den kanonnier de Haan loste, is deswege een vervolging ingesteld. Of hij handelde uit zelfverdediging zal de rechter moeten uitmaken. De toestanden in de hospitalen laten inderdaad te wenschen over o.a op verplegingsgebied. Dit is een gevolg daarvan: le. dat vele Europeesche verpleegsters voortijdig den dienst verlaten in hoofdzaak wegens huwelijk of om meerdere verdienste; 2e. dat een groot gedeelte van het overig verplegingspersoneel, waarop de militair geneeskundige dienst is aangewezen, onvoldoende ontwikkeling heeft; door het instellen van cursussen en door hoo- ger eischen bij de aanneming wordt naar verbetering gestreefd. Elke voorkomende misstand of klacht wordt onderzócht en zooveel mogelijk opgeheven. Tegen de instelling van een commissie van onderzoek bestaat geen bezwaar. Maar noodig is zij niet, daar de gebreken, welke deze inrichtingen aankleven, wel bekend zijn. Het onderzoek in zake de in het Bat. Nieuwsblad verschenen arti kelen betreffende de toestanden in het militair hospitaal te Batavia is dezer dagen beëindigd; de resultaten daarvan zijn bij den Chef van den Mil. gen. dienst in behandeling. Voorloopig deelde deze dienstchef daaromtrent mede, dat meerdere opgesomde feiten minder juist of geheel verkeerd zijn voorgesteld, uit hun logisch verband gerukt of zeer overdreven; enkele andere waren juist weergegeven. Opmerking verdient, dat in de militaire hospitalen vooral de psy- chopathen een minder tevreden geest trachten op te wekken en ;,het meest onbegrensd gebruik maken van de gelegenheid hun aangeboren neiging te volgen". De bij het legerbestuur ingekomen klachten, dat de schepen van de Koninklijke Paketvaart Maatschappij, welke de lijn 16ö vanBandjer- 616

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 74