stelde urgentie, systeem te brengen in de tijdige aanvulling van grond
stoffen onder zeer moeilijke tijdsomstandigheden, alsmede voor de in
voeringvan eene verbeterde controle en administratie bij die inrichting.
Afgescheiden hiervan is directe invloed van een, over een algemeen
overzicht van de behoeften beschikkende, legerautoriteit beslist noo-
dig, omdat zonder dien invloed het leger niet gevrijwaard is voor
ongewenschte productie, welke in vroegere jaren, toen de technische
inrichtingen bij de artillerie vrijwel de leiding hadden, meermalen
zijn voorgekomen.
De vrees, dat in geval van oorlog de Inspecteur der Artillerie niet
de leiding zou kunnen houden over de artillerie-inrichtingen en de
duizend vraagstukken, die dan voor de inrichtingen rret latale
snelheid opdoemen, niet zoude kunnen oplossen, heeft alleen dan
grond, indien de voorbereidingen voor dien abnormalen toestand
niet met zorg zijn getroffen.
Om die moeilijkheden op te lossen zijn dan ook ht.l reeds in
vredestijd de maatregelen overwogen en voorbereid, welke noodig
zijn om de productie der inrichtingen tot de grootst mogelijke ca
paciteit op te voeren. De hier bedoelde voorbereiding wordt h.t.l.
overigens beperkt door de aanwezige hoeveelheid grondstoffen en
bruikbare machinerieën en de beschikbare, buiten het leger staande
krachten aan technisch personeel.
De taak van de leiders der inrichtingen is niet in de eerste plaats
eene technische, maar wel eene organisatorische en administratieve
de leider moet evenals in elke onderneming in de burgermaatschappij
in de eerste plaats zijne inrichting beheerschen en hierbij geeft de
persoonlijkheid van den leider en niet de technische kennis den
doorslag.
Voor de zuiver technische adviezen beschikken de Directeuren
van de A. C. W. en de P. W. respectievelijk over een werktuigkun
dig ingenieur en een scheikundige.
Wat betreft de mutaties onder het person el der technische in=
richtingen, kan worden medegedeeld, dat de daarbij ingedeelde
officieren zoolang in hunne betrekking gehandhaafd worden, als maar
eenigszins vereenigbaar is met hunne persoonlijke promotiebelangen.
Zoo was de onlangs afgetreden directeur van den A C W. meer
dan 15 jaren bij die inrichting werkzaam; de tegenwoordige reeds
ongeveer een gelijke aantal jaren. Een der ondergeschikte of
ficieren is daarbij in totaal bijna 11 jaren geplaatst. Ook bij de
P. W- kan uit den jongsten tijd op voorbeelden gewezen worden
van 4—6 jarig verblijf bij die inrichting.
Dat enkele officieren betrekkelijk korten tijd bij de inrichtingen
tewerkgesteld bleven, was in den regel een gevolg van gebrek
aan ambitie van de betrokkenen voor den technischen dienst, of
schoon zij daarvoor tevoren eene bijzondere opleiding ontvingen.
Dat de vroegere opleiding van de officieren niet voldeed, was be
kend, waarom dan ook reeds in Mei 1916 voorstellen aan den
Minister van Koloniën werden gedaan ten einde hierin verbetering
te brengen. De tijdsomstandigheden zijn oorzaak geweest, dat aan
die voorstellen nog geen uitvoering is kunnen worden gegeven.
626