Uan Alles Wal Groot-Britlanje's macht ter zee. Hieronder volgt vrij vertaald een uitreksel uit een artikel in de „Straits Budget" van 13 Juni j. 1., getiteld „Britain's Naval Power" en geschreven naar aanleiding van een Reuter-telegram over de nieuwe indeeling der Engelsche vloot. Het komt ons daarom interes sant voor, wijl het opvattingen weergeeft, welke na de oprichting van den Volkerenbond allerminst overheerschend zouden mogen zijn bij een enkele natie, lid van dien bond. Het spreekt van zelf, dat de meening van een enkelen schrijver niet beschouwd mag worden als die van het geheele Engelsche volk, maar wanneer vooraanstaande mannen en hier denken wij o a. aan de redevoeringen van Admiraal Sir David Beatty en Veldmaar schalk Sir Douglas Haig tijdens hun huldiging te Londen na_de ontbinding van de „Grand Fleet" in het openbaar ook militaris tische neigingen aan den dag leggen, dan is er veel kans, dat gelei delijk het volk ervan doordrongen wordt. De schrijver in de „Straits Budget" ziet in de nieuwe indeeling een aanwijzing, dat, zelfs met een verslagen Duitschland, Engeland van plan is zijn heerschappij ter zee ie behouden. En hij ziet daarin ook de eenige basis en noodige waarborg voor de nationale veiligheid van land en volk. De heerschappij ter zee houdt niet meer in dan beheersching van de verbindingen ter zee. Engeland moet vrij voedingsproducten, grond stoffen en fabrikaten uit het buitenland kunnen ontvangen; kunnen uitvoeren, wat het wenscht; troepen kunnen zenden naar elke plaats, waar zij noodig mochten zijn; in één woord, vrij zijn om meester te zijn over de middelen van het rijk. Het moet ook in staat zijn om de verbindingen te verstoren van hen, die kwade bedoelingen tegen het rijk hebben De beheersching van verbindingen ter zee is noodig voor andere naties; maar voor ons is het onmisbaar. Duitschland is geslagen en het zal belet worden in de toekomst zijn zeemacht te herstellen. Maar de levensvonk van zijn nationaal leven zal daardoor niet worden uitgebluscht. In Engeland's geval zou het verlies der vloot het eind van zijne wereldpositie hebben beteekend, het verlies van de koloniën en Dominions, het rijk zou zijn verscheurd in een aantal gebieden, af hankelijk van andere rijken. De levensvonk zou in dat geval zijn uitge bluscht. Om zulk een catastrophe af te wenden, moet de heerschappij der zee in de toekomst worden gehandhaafd als in het verleden. 617

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 119