Ouerzicbt ouer fiederlandsche militaire tijdschriften. De Militaire Spectator, No. 5, Mei 1919. Kolonel Ruyter, van de Intendance, behandelt de verpleging van het veldleger in Nederland tijdens de mobilisatie. Zijn belang wekkende verhandeling eindigt met de conclusie, dat, met en zonder de alomtegenwoordige verantwoordelijkheid van de commandanten, met een tekort aan intendanten en verplegingsofficieren, met hulp krachten, die voor hun taak niet waren opgeleid, met verplegings- artikelen, die bij de mobilisatie nog moesten worden bijeengebracht en gedurende de mobilisatie schaarsch werden, met materieel, dat bij de mobilisatie grootendeels nog moest worden aangeschaft en in orde gebracht, in het algemeen de tro?p goed is verpleegd geworden. Kapitein van Munnekrede beantwoordt de opmerkingen, welke de Heeren Wijnaendts en Slobbe in de Mei- en Juni-aflevering van „De(n) Mil. Spectator", jaargang 1918, hebben gemaakt naar aanleiding van zijn lezing in „Krijgswetenschap" over den strijd in het polderland. Van actueel belang is „Disciplinaire Straffen, Strafstelsel en Tuchtraad", geschreven door Majoor Jhr. van der Mieden van Opmeer naar aanleiding van het gelijknamige stuk van Kapitein van Nijnatten in de Maart-afl. van dezen jaargang. Op nuchtere en heldere wijze zet Schrijver zijn denkbeelden uiteen, gegrond op zijn ervaring als commandant van een bataljon van 2800 man gedurende den mobilisatietijd; zonder zich door hol klinkende phrasen van den tegenwoordigen tijd van de wijs te laten brengen, streeft hij door het aangeven van practische middelen naar verbetering. Tegenover de voorwaardelijke tuchtstraffen van Kapitein van Nij natten stelt hij waarschuwingen en berispingen, opgeteekend in een daarvoor bestemd register; hij verwerpt den tuchtraad van dezen schrijver, omdat deze door zijn samenstelling aanleiding «eeft tot beoordeeling door minderen van handelingen bedreven door hun meerderen en hij wijst erop, dat ook de burgermaatschappij een alleen rechtsprekenden rechter, n.l. den kantonrechter, kent.- „Zachter maken van straffen heeft tot gevolg, dat er meer gestraft ,,zal worden, de lastige elementen meer den kop zullen opsteken „en de tucht verslapt gelijk met de verslapping der tuchtmiddelen. „Weinig gebruik maken van de strenge tuchtmiddelen moet het „ideaal zijn van ieder commandant, maar hij moet erover kannen „beschikken, als het erop aan komt." Schr. acht paedagogie als leervak aan de inrichtingen van militair onderwijs zeer gewenscht, maar hij verwacht nog meer van voortgezet onderwijs in die richting 724

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 186