„douiD er bouen op' Met zeer veel belangstelling zullen de lezers van het I. M. T., vooral de korpscommandanten, kennis genomen hebben van het artikel: „Het nieuwe recht van beklag" door Mr. J. MEiHUYZENin het Mei-nummer van dit tijdschrift. In de eerste plaats is hierin de vergelijkende beschouwing van de oude en de nieuwe regeling van het reclamerecht voor de praktijk van groote waarde. Slechts in één enkel opzicht meen ik met den schrijver van inzicht te mogen verschillen, n. 1. omtrent de extra bestraffing bij lichtvaardig indienen van ongegronde reclames. Mijns inziens is deze extra-bestraffing, de „douw er boven op niet vervallen, indien het ingediende beklag onreedelijk is en de klager zich door den inhoud daarvan aan oneerbiedigheid schuldig maakt. Zulk een beklag dient als eene oneerbiedige behandeling van een meerdere door een mindere te worden beschouwd en is dus krijgstuchtelijk strafbaar volgens artikel 16 R. K., dat luidt: „Aan overtreding tegen de krijgstucht maakt zich schuldig al wie zijne meerderen oneerbiedig behandelt, enz". Duidelijkheidshalve vestig ik er den nadruk op, dat ik geenszins een voorstander ben zoo te handelen als de veteraan, door den. schrijver van bovengenoemd artikel bedoeld, die iedere reclame tegen eene krijgstuchtelijke straf aan oneerbiedigheid toeschreef. Integendeel, laat ons verheugd zijn, dat met het oude beginsel: „het recht van reclame ondergeschikt te maken aan practische overwegingen" voor goed is gebroken; men zou echter volgens het artikel van Mr. M. alle remmen op het beklag hebben wegge nomen en geen middel hebben om het „a tort et a travers recla meeren over eene krijgstuchtelijke straf tegen te gaan. Het wil mij voorkomen, dat bij de samenstelling van het nieuwe recht van beklag, hetgeen naar mij werd medegedeeld, in Holland is geschied, het niet de bedoeling is geweest, de „douw er boven op" ook niet meer toe te passen, wanneer de reclame uitsluitend aan „oneerbiedigheid" is toe te schrijven. Ware dit het geval geweest, dan zou eerst artikel 16 R. K. als volgt moeten zijn gewijzigd: 767

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 229