Ten slotte besloot Baker de zienswijze te vragen der American
Bar Association, wat den feilen penestrijd eenigszins heeft doen
bedaren. Vele persorganen loven dit laatste verschijnsel bovenal,
omdat er noodeloos zooveel aan het roeren werd gebracht, wat
ongewenschte gistingen vanwege onruststokers toeliet. The World
voorziet echter van die inzichtenuitlokking bij de balievereeniging
weinig praktisch nut, zoolang de generale stafhoofden nog heil
durven zien in een drie eeuwen oud rechtsbeleid, dat feitelijk reeds
zelfmoord heeft gepleegd.
Opmerkelijk is het, dat hier tegen krijgsraaduitspraken geen hooger
beroep valt aan te teekenen. Nog treffender mag het heeten. dat
legerautoriteiten van dienovereenkomstige hervormingen een ledigen
der militaire gevangenissen voorzien. Alsof er een zeker percent
per se moet blijven gekerkerd (i).
O. m. kan eenig officier, met een troepencommando belast van
welken rang hij ook zij een aanklacht bij zijn meerdere indienen
tegen eiken mindere, dien hij schuldig acht aan een vergrijp om
trent het strafncht. De meerdere roept een krijgsraad bijeen zon
der eenigvoorloopig verhoor. Rechiskundigen komen er
evenmin bij te pas.
Nagenoeg alle advokaten, die tijdens de mobilisatie aangewezen
waren om den toenmaligen militairen advokaat generaal terzijde te
staan, hebben het van voor de omwenteling van 1781 dagtee-
kenende strafstelsel gebrandmerkt als onmenschelijk Luitenant
kolonel Charles Porter, een der medewerkers van dien advokaat-
generaal, veroordeelt bovenal, dat de aangeklaagden geen verde
diging bekomen, terwijl de krijgsraden veel te wenig aan regelen
zijn gebonden.
Oom Sam's gruwelkrijgsraden dienen hoe eerder hoe beter tot de
geschiedenis te behooren.
Uit het uerslcg pan de commissie tot onderzoek naar de
onteDredenheid in het Leger in Dederland.
De bij beschikking van den Minister van Oorlog van 2 No. 1918
ingestelde commissie tot onderzoek naar de ontevredenheid in het
Leger was aanvankelijk samengesteld als volgt: voorzitter: jhr. mr.
B.C. de Jonge, oud-minister van oorlog; leden: generaal-majoor J.
Burger, toegevoegd aan het algemeen hoofdkwartier; pastoor F.J.H.
Evers, hoofdaalmoezenier; A. G. A Everts, oud-hoofdambenaar SS.
kolonel jhr. A. F. K. Graswinckel, commandant van de lXde infante-
(i) Bevoegde beoordeelaars zooals Thomas Osborne, de hervormingsge
zinde v. m. directeur der staatsgevangenis van New-York te Ossining (Sing
Sing! aan de Hudsonrivier, welke tot persoonlijke ervaring tevoren zich
maandenlang liet kerkeren, acht het hier o. h d. zeer hard te verduren
burgerlijke celstrafstelsel nog zachtaardig in vergelijking met het militaire
tucht- en dwangarbeidwezen, enz.
786