De Inlanteriespits
(met 3 figuren)?
De wijzen, waarop de officieren-commandanten eener infanterie-
spits (inf. sp meenen hun taak te moeten vervullen, zijn ontzet
tend uiteenloopend.
Gelukkig aan de eenen kant, omdat hieruit blijkt, dat er vele ma
nieren zijn tot uitvoering van een opdracht (dit wordt heel dikwijls
bij den troep uit het oog verloren: „zooals ik het zeg, zoo is het!")
en het dus gewenscht is om vrijheid van handelen te laten binnen
zekere grenzen. Of echter elke methode aan te bevelen is, laat ik
in 't midden; dat is een quaestie van appreciatie. Met het meest
gangbare systeem van „spitsloopen" ben ik het evenwel niet eens.
Eerstens het volgende:
De infanteriespits is 1 a 2 brigades sterk [pt. 158 (4)]m. i is het
beter twee brigades te nemen dan één, omdat de infanteriespits een
gewichtiger rol te vervullen heeft, dan men bij onze infanteriekorp-
sen demonstreert.
De afstand tot den voortroep is hoogstens 500 M. Over het al
gemeen ben ik een tegenstander van groote afstanden in de marsch-
colonne, vooral in onze onoverzichtelijke Indische terreinen. De
redactiewijziging met „hoogstens" in ons V. V. heeft mij indertijd
doen jubelen.
De troep n. 1. werkt veel op schema's; men grijpt zich zoo gaar
ne beet aan de regiementjes, als zijnde de gedachtenuiting der auto
riteiten. Eigen gedachte wordt veel afgekeurd, omdat het reglement
(i.e. V. V het voorschrijft: „V. V. is een reglement; daar heb je je
maar aan te houden", is mij dikwerf toegevoegd, omdat ik afweek
van het „boekje", gedwongen door de omstandigheden. Spreken is
zilver, zwijgen goud! O, die schema's! O, die angstvalligheid!
Men zie ter zake toch de „voorrede" van het V. V. en punt 6(1),
(2); de oorlog laat zich niet „maszregelen" door reglementenmen
passe die toe in aansluiting met de heerschende omstandigheden!
De spits heeft noodig:
1. een uitmuntend, doortastend, energiek officier, beschikkende
over handigheid en over ervaring.
844