nogmaals: Door een andere briS. Door de Redactie welwillend in de gelegenheid gesteld, kennis te nemen van het Naschrift van den Heer Marcus in de September aflevering, laat ik hier eene korte repliek volgen: Het zou mij veel waard geweest zijn, de Legerauto'iteiten te overtuigen, of dat deel, 't welk, evenals de Heet Marcus, van oordeel mocht zijn, dat de ontevredenen dat zijn toch de slechten des geestes) eene minderheid vormen. Maar daarover straks, eerst wat anders. Het gebruik van een bril moge, zooals de Heer Marcus op merkt, wijzen op een gebrekkig gezichtsvermogen, maar het zal Z. W. E. G toch wel bekend zijn, dat de uitdrukking: „Door een andere bril zien" in de praciijk geheel de beteekenis heeft gekregen van: „Iets van een ander standpunt bekijken". Dit is toch ook wel duidelijk. Wat hindert zwakziendheid, wanneer men dat gebrek door een deugdelijk optisch instrument kan verhelpen? En hoevelen zien met een bril niet veel beter dan anderen zonder. Na deze inleiding zij het mij vergund, eens na te gaan, wat er waar is van de verwijten, welke ik hier en daar op 's Heeren Marcus pagi na's aantref, als daar zijn: niet goed lezen, minder gelukkige mo menten e. d. Veel liever bad ik deze kleine verwijten onbesproken gelaten, maar dat gaat toch lastig, daar ze door mij niet aanvaard worden. Is de Heer Marcus geen optimist? Ik zou zeggen van wel, zie o. a. slot van het naschrift. Wees 't vrij, maar wat heeft onze DE Ruyter daarmee te maken? Ik heb 't over den geest gehad en niet over een paar wrakke scheepjes. De S. I.: Sarikat Islam en Islamitische Godsdienst zijn twee zeer verschillende zaken. Of de Inlandsche volksmassa uit slechte of goede Mohameaanan bestaat, en of de oorzaak van het verzet in 9 van de 10 gevallen door geestelijke leiders wordt aangevuurd, doet weinig ter zake; waar is, dat de voormannen het van de domme massa moeten hebben, en even waar, dat de Islam, in 't algemeen 851

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 315