Ouerzicht uan nederlandsche militaire tijdschriften. Militaire Spectator, No. 7, Juli 1919. Majoor van Dam van Isselt behandelt de uitbreiding van Prins Maurits' krijgsmacht vóór den aanvang van den veldtocht van 1599, w. o. ook de organisatie van het brugwezen van den trein. Hierbij zij eraan herinnerd, dat dezelfde schrijver den veldtocht van 1599 beschreef in het Orgaan van de Vereeniging t. b. v. d. Krijgs wetenschap, 1917-18, blz. 1 e. v. Kapitein WiJnaendts maakt nog eenige opmerkingen over stel lingen achter waterkeeringen en wel naar aanleiding van het stuk van Kapitein VAN Munnekrede. Zijn betoog heeft de strekking aan te toonen, dat inundatiën nog niets van hare waarde verloren hebben. Kapitein Pieper beschrijft de handgranaten- en stormscholen tijders de mobilisatie, een zeer lezenswaardig artikel, ook voor ons van veel belang. Eerste-Luitenant Laupman behandelt de bestrijding van storm- wagens. Kapitein Pannekoek geeft aan, welke verbeteringen voornamelijk bij de Nederlandsche vestingartillerie reeds nu kunnen worden aan gebracht zonder vooruit te loopen op hetgeen een onzekere toekomst in de sterkte en algemeene organisatie van het Nederlandsche Leger veranderen kan. Zijn voorstellen betreffen hoofdzakelijk Nederland sche toestanden, behalve zijn denkbeeld om den eerste-oefeningstijd der vestingartillerie terug te brengen tot 4'/2 maand. Uit zijn artikel blijkt, dat de Minister van Oorlog een proef met een eerste-oefenings tijd van 6 maanden gelast heeft. Kapitein van Royen gaat na, hoe het wapen der genie in Neder land op economische wijze gereorganiseerd worden kan. Ten slotte het militair-politieke maandoverzicht, afgesloten op 23 Juni, korte mededeelingen omtrent militaire zaken in verschillende landen, boekaankondiging, enz. Mavors, No 5, Juni 1919. De Heer Ente zet zijn verhandeling over de onbruikbaarmaking van telegrafische en telefonische verbindingen voort. Eerste-Luitenant der Huzaren van Voorst Evekink besluit zijn studie over het militaire tuchtrecht voor de landmacht. Kapitein de Bas behandelt het verplicht militair eerbetoon buiten dienst, waarvan hij de noodzakelijkheid betwist. Na gewezen te hebben op de verklaring van den Minister van Oorlog bij de be- 911

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 375