flanuullingsbegrooting aoor 1920.
Eerste Dota Dan Wijzigingen.
(Demorie nan Toelichting. Bijlage C.
Afw ij kingen van de voorstellen der militaire bezoldigings
commissie, die thans niet van in
vloed zijn op de raming der meer
dere uitgaven.
Met betrekking tot het vermelde in de laatste leden van 7 van
het verslag (blz 23) wordt aangeteekend, dat het in de bedoeling
ligt als algemeene regel aan te nemen om hier te lande aan ser
geanten le klasse en hoogere onderofficieren geen toestemming tot
het aangaan vin een huwelijk te verleenen, zoolang zij den 20 jari
gen leeftijd nog niet hebben bereikt.
De in 9 op bladzijde 26 van het bedoelde maandelijksche ver
goeding voor licht van f 1,50 is te gering en zal op f 2 moeten wor
den gesteld.
Met het voorstel bedoeld in 10 onder c. (bladzijde 28), betref
fende korting voor deelneming aan menages, kan niet worden in
gestemd.
Bij deelneming aan menages zal op de traktementen van militairen
op maandeiijksch traktement en op de soldijen van sergeanten 2e
klasse zijn in te houden het bedrag, dat hunne voeding kost aan
levensmiddelen van landswege en aan ingrediënten, welke worden
ingekocht. Dat bedrag zal voor elke menage en voor elk garnizoen
verschillend kunnen zijn.
De door de commissie in 12 van haar verslag aanbevolen re
gelen in zake kortingen bij verpleging in militaire hospitalen kunnen
gevolgd worden, toidat eene algeheele herziening betreffende ver
pleging van landsdienaren in de militaire ziekeninrichtingen, welke
in overweging is genomen, haar beslag zal hebben gekregen.
In 13 betoogt de commissie, dat bijzondere inspanning en on
kosten voor het verkrijgen van kennis of bedrevenheid, welke aan
de vervulling van betrekkingen in het leger ten goede komt, zonder
in het algemeen als eisch te kunnen worden gesteld, behooren te
worden beloond en vergoed door het toekennen van gratificatiën.
Zij stelt in dit verband voor om het behalen van sommige ingenieurs
diploma's, bijvoorbeeld door officieren van de genie, de artillerie en
de- vliegafdeeling, gratificatiën in uitzicht te stellen. De Regeering
stemt hiermede in, mits de gratificatie niet in het algemeen wordt
1067