Begrooting nan Dederl. Indië noorl920.
Indisch Ontmerp. flfd. IX, Oorlog.
(Demorie Dan flntujoord.
Aangezien nog niet is te overzien, hoe de internationale ver
houdingen zich in de naaste toekomst zullen ontwikkelen, is
het op het oogenblik niet mogelijk een vasten grondslag te vinden
voor eene oplossing van het militaire vraagstuk in zijn geheelen
omvang.
Het is derhalve buitengesloten reeds thans op goede gronden
uit te maken, of met een politie- dan wel met een verdedigings
tevens politieleger zal kunnen worden volstaan.
De uitspraak, dat een strijdmacht, uitsluitend voor politiedoel
einden bestemd, voor Indië voldoende is te achten, moet dan
ook voorbarig worden genoemd, terwijl niet kan worden ingestemd
met de meening, dat het nut van de op deze begrooting, ter
dekking van de militaire uitgaven, voorkomende sommen, twijfel
achtig is.
Verwacht wordt, dat het Opperbestuur spoedig in de gelegenheid
zal zijn eene beslissing omtrent de bestemming van het leger te
nemen; inderdaad is het gewenscht, dat de bestaande onzekerheid
worde weggenomen.
indien wordt besloten tot het in het leven roepen van een
werkelijk verdedigingsleger, rekent de Regeering op de medewerking
van den Volksraad ten einde te bereiken, dat dit leger in alle opzichten
voor zijn taak kan worden voorbereid.
Waar in het verslag gewezen wordt op de schrille tegen
stelling, die zou bestaan tusschen de betrekkelijk geringe gei
den, b.v. voor onderwijs uitgetrokken en de op de oorlogsbe-
grooting voorkomende bedragen, zij in het licht gesteld, dat de
5e Afd. (O. en E.) ditmaal een eindcijfer aanwijst van 41.5 mil-
lioen tegenover 35.5 millioen ten vorige jare, dus een toename
van 17%, terwijl de 9e Afd. eene afname vertoont van 8.1
millioen of ll°/0.
Bij waardeering van het nut der landsverdediging behooren de
factoren vrijwaring tegen inmenging van buiten, de verschaffing van
inwendige veiligheid en rust, het aankweeken van den zin voor
gehoorzaamheid, orde, regelmaat en methode tot hun volle nuttig
heid in rekening te worden gebracht.
De landmacht zal, naar met vertrouwen mag worden verwacht,
bij een mogelijken aanval van buiten, ten volle haar plicht vervul
len, evenals zij tot dusverre heeft gedaan De vraag, of zij geschikt
is om aan een ernstigen aanval weerstand te bieden, kan, wat de
geoefendheid betreft, bevestigend worden beantwoord. Overigens
603