De bewerker van de vertaling maakt naar aanleiding van het voorgaande de volgende aanteekeningen De uitkomsten liepen zeer uiteen vermoedelijk ten gevolge van de weinige ondervinding van afstandsmarschen met officierspatrouilles der infanterie het verslag geeft dit zelf aan. Ook de opvattingen omtrent het uitvoeren van den marsch liepen zeer uiteen. Blijkbaar was een deel der commandanten van meening, dat het vervullen van de opdracht, nl. het zoeken van verbinding met een neven- afdeeling, de voornaamste taak en daartoe het te zamen houden van de patrouille een nevenzaak was; anderen daarentegen waakten angstvallig tegen uitvallers, waardoor de marschduur aanmerkelijk verlengd werd. Zoo vielen bij drie patrouilles alle menschen uit en de alleen overgebleven commandant kon onbelemmerd in den snelsten gang naar het eindpunt marcheeren. Dcch men kan moeilijk zeggen, dat deze patrouilles haar marsch met succes volbrachten. Opmerking verdient, dat de patrouilles, m. u. van de twee laatst aangekomene, zoo goed als geen rusten hielden. Slechts een der patrouilles (Maruyama) hield een rust van 1 u. 7 min., daartoe gedwongen door den overmatig snellen gang, waarin zij de eerste 60 K. M. afgelegd had. Uit het verslag en daarbij behoorende bijlagen valt moeilijk na te gaan, welke marschwijze de beste gebleken is; er zijn geen gegevens medegedeeld omtrent den gezondheidstoestand van de deelnemers vóór den aanvang van den marsch en welke eischen de bataljonscommandanten bij de keuze van de deelnemers stelden. Uit de verkregen uitkomsten blijkt wel, dat de patrouilles, wat het physiek betreft, niet even sterk waren. De twee patrouilles met de slechtste uitkomsten deelden hun marsch oordeelkundiger in dan de patrouille Takahashi, welke de beste uitkomsten bereikte. Het beginnen met 23 K. M. onafgebroken looppas kan toch niet als oordeelkundig worden aangemerkt, tenzij dan de deelnemers daarin zeer goed geoefend waren Van alle patrouilles moet de marschvaardigheid ten zeerste bewon derd worden. Bijlage 4 geeft de gemiddelde marschsnelheden aan, waaruit blijkt, dat zoowel over korten duur als over den geheelen Het aantal soldaten, dat in het gewone leven jinrikishakoeli is, maakt het wel mogelijk per bataljon een patrouille samen te stellen met groot Uithoudingsvermogen in looppas. 13

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 21