De artillerie vindt haar kracht uitsluitend in haar vuur; door de groote dracht daarvan is zij in staat om de troepen, die zich vóór haar bevinden, direct te steunen en nevenafdeelingen door échar- peerend en flankeerend vuur te helpen. Zij kan echter den vijand door haar vuur alleen niet uit de bezette stelling verdrijven, de infan terie moet partij trekken van de vuuruilwerking der artillerie om vorderingen te maken. Tusschen deze twee zusterwapens moet een innige en voortdurende verbinding bestaan. De infanterie verovert echter het terrein en tracht het te behouden. De infanterie is en blijft het hoofdwapen, dat door den stormaanval en het handgemeen de vruchten der overwinning plukt, en het blijft onmogelijk zonder haar tot een beslissing te geraken, maar d.e ondergeschikte rol van hulpwapen, die het velddienstvoorschrift van 2 Dec. '13 aan de artillerie toedacht, daaraan is de artillerie ontgroeid. Samen in innige en nauwe samenwerking vervullen de beide wapens hun taak. De macht van het vuur leidde ertoe het getal kanonnen voortdu rend te vergrooten, zoodat het herhaaldelijk voorgekomen is, dat de verhouding van ongeveer 5 kanonnen tot 10, soms li, per 1000 geweren steeg. Zoo zouden de Duitschers volgens de UI. Zeitung van 8 Aug. '18 hebben buitgemaakt: Aug/Sept '14-W front op 170.000 gevangenen 853 vuurmonden of 5 per 1000 man, April/Oct. '15-O.front op 645.000 3150 5 Oct/Nov. '15 Servië op 100.000 502 5 25 Oct/Dec. '17 Italië op 307.000 2800 9 21 Maart/Juni '18 W. front op 212.000 2800 13 En toch haden schrijvers van naam vóór den oorlog betoogd, dat een verhouding van 5 voldoende en meer onjuist was, omdat tengevolge van de afneming der gevechtssterkte der infanterieformaties in den loop van den oorlog men ten slotte meer kanonnen hebben zou dan men zou kunnen opstellen (2). La puissance du feu leidde ertoe steeds meer projectielen in een zelfde tijdsbestek naar den vijand te slingeren. Om dat te bereiken had men op een zelfde frontbreedte steeds meer geschut noodig, daar de vuursnelheid niet op te voeren bleek. Als gevolg van die behoefte aan meer geschut heeft zich het aantal kalibers bij de Fransche artillerie tijdens den oorlog op bedenkelijke wijze vermeerderd. Alle vuurmonden moesten in dienst worden De Entente legers hebben volgens Capt R. Hof „La bataille décisive", bl 66, van 18 Juli-11 nov, 19 op de Duitschers buitgemaakt 385000 gevangenen en 6615 kanonnen of 17 kanonnen per 1000 man. (2) Zie Balck, Taktik, 111, blz. 21. 18

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 26