De divisieartillerie heeft als voornaamste taak de bestrijding van de vijandelijk infanterie. In verband daarmee moet zij een zoodanigen graad van beweeglijkheid bezitten, dat zij de eigen infanterie overal volgen kan en bij dien graad van beweeglijkheid een maximum kracht bezitten. Haar projectiel dient hoofdzakelijk tegen levende doelen. Groote dracht is noodig wegens de diepte-écheloneering op het gevechts- veld van de eigen, zoowel als van de vijandelijke troepen. Bij den aanval moet zij den vijand het verplaatsen van troepen beletten en hem dwingen gedekt te blijven. Zij moet ijzerdraadversperringen en mitrailleurnesten vernielen en terreinstrooken onder gas zetten; in het algemeen den eigen infar.terieaanval beschermen. Bij de verdediging moet zij de aanvallende bewegingen belemmeren en met vuur de centra van aanval vernietigen. Deze bescherming vereischt, dat zij zich echelonsgewijze naar voren verplaatst. In de veroverde stelling zal zij menigmaal de eenige artillerie zijn, die de infanterie kan helpen. Naar het algemeene oordeel der geraadpleegde artillerieofficieren zijn voor die taak noodig een licht veldkanon en eene lichte veldhouwitser, welke vuurmonden een dracht van ÏO.COO M. moeten hebben. Hoe gewenscht ook, met één type kanon kan die taak niet worden vervuld. Een houwitser zou zwaarder zijn, zou een zwaar der projectiel moeten verschieten met gescheiden lading en dus met geringer vuursnelheid. Het lichte veldkanon is dat, hetwelk algemeen thans gebruikelijk is. Dit kanon heeft in alle opzichten voldaan en het is niet waar schijnlijk, dat het in de toekomst ingrijpende veranderingen zal ondergaan (1). Aangezien er vele gevallen zijn, waarin het terrein een dusdanige bescherming biedt aan infanterie, dat de veldartillerie haar niet of niet voldoende bereiken kan, moet het veldkanon worden aangevuld door een veldhouwitser. Deze toch heeft het groote voordeel, dat door de juiste keuze van ladingen grootere invalshoeken kunnen worden verkregen. Bovendien kan deze vuur mond zonder onderbreking doorvuren, dank zij de kleinere aan- (1) Zie ook Art. Mon. hefte Jan 1 Feb '19, waarin géneraal Riester tot hetzelfde besluit komt. 21

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 29