Bovendien heeft het legerkorps noodig vliegtuigafweergeschut, in de eerste plaats voor de beveiliging der troepen in het gevecht en ten tweede tot beveiliging van het legerkorpsgebied (legeringsplaat sen, etappelijnen, enz.) Het geschut voor het eerste doel moet bij het legerkorps worden ingedeeld, dat voor het tweede doel behoort deel uit te maken van het vliegtuigafweerstelsel in samenwerking met den vliegdienst, ballonverdediging, zoeklichten en vliegtuigafweermitraiileurs. Ten slotte wil de commissie nog legerartillerie, welke tot taak zou moeten hebben het onmogelijk maken, het neutraliseeren en de vernietiging van doelen in die gevallen, waarin de divisie- en de legerkorpsartillerie te kort schieten, hetzij door tekort in getal sterkte dan wel in vermogen der vuurmonden. Deze legerartillerie moet zijn samengesteld uit kanonnen en hou witsers van het type ingedeeld bij de divisiën en korpsen, om deze artillerie te versterken gedurende die periodes, waarin de normale uitrusting der divisiën en korpsen niet voldoende is om de opdracht te vervullen. Bovendien moet die legerartillerie nog speciale typen tellen, als gedragen geschut, loopgraafartillerie, alsmede kanonnen en houwitsers van zwaar kaliber. Deze beide laatstgenoemde soorten behooren tot de normale uitrusting van de veldlegers Het zware kanon moet een dracht van 22000 M. hebben, de Hw. van 15000 a 16000 M. Zij kunnen dus op nog grooter afstand 's vijands vuur neutraliseeren of onmo gelijk maken dan de divisie- en korpsvuurmonden. Tegen de organieke indeeling van deze legerartillerie teekent een minderheid in de commissie protest aan. Zij zegt, dat het onwenschelijke van een organieke legeratillerie ten duidelijkste al- lerwege gebleken is. De hoogere artillerieofficieren aan het front waren allen daartegen gekant en inderdaad werden nergens stemmen ten gunste dier artillerie in Europa gehoord. Ja, zelfs achten vele officieren legerkorpsartillerie een organisatie van twijfelachtige waarde. De minderheid der commissie wenscht, evenals vele officieren aan het front, dat boven de divisie- en de korpsartiller e nog een zekere hoeveelheid artillerie beschikbaar zij. Deze moet bestaan uit de bij de divisiën en korpsen ingedeelde soorten op geschikte wijze vervoerbaar tot strategische versterking van de divisiën en korpsen gedurende bepaalde periodes. Er moeten echter ook zwaardere kanonnen en houwitsers zijn voor belemmering, neutraliseering en vernietiging van het vijandelijke vuur, waarvoor grootere krachten 23

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 31