vuurmonden zijn in beperkt aantal noodig voor veldoperaties. Daarom
construeerden de Franschen in een gevorderd stadium van den
oorlog nog een 194 m M. kanon, vermoedelijk om nog verder te
kunnen schieten; het Duitsche kanon van 15 cM reikte toch
5000 M. verder dan het Fransche van 15,5 cM.
Het Engelsche 5 cM.- kanon schiet een projectiel van 50 K.G.
bij 35° elevatie tot 4- 10500 M.
Bij alle legers heeft het 15 cM. kanon goed voldaan, zoodat
verwacht mag worden, dat dit geschuttype gehandhaafd zal blijven.
Bezwaren zijn alleen de lange tijd, noodig om het kanon in batterij
te brengen.
Algemeen wordt als eisch gesteld, dat dit kanon moet kunnen
vuren tot op ih 225C0 M. en 6C° zijdelings moet kunnen spreiden
op de affuit. Terwijl het gewicht 12 ton niet mag overschrijden,
moet het snel in batterij gebracht kunnen worden en mag de spoor
breedte niet zoo groot zijn, dat het dubbelverkeer op de wegen
wordt belet.
j. Zware Veldhouwitsers.
Geen enkel type heeft gedurende den oorlog voldaan. Algemeen
is de meening, dat 2 kalibers noodig zijn, n 1. één om met het 15
cM.- kanon samen te werken en één zoo zwaar als toelaatbaar is
in verband met de mogelijkheid tot verplaatsen.
De lichtste moet een kaliber van Hi 20 cM hebben en even be
weeglijk zijn als het kanon, met een dracht van 14500 M. De
zwaarste moet een kaliber van +.24 cM. hebben en verder reiken dan
14500 M. Vermoedelijk za! deze vuurmond verdeeld moeten worden
vervoerd (elke last max. 12 ton De tijd noodig tot het in stelling
komen mag niet meer dan 6 uur bedragen.
g. Zwaarste Kanonnen en Houwitsers.
Deze kunnen worden gemonteerd op spoorwagens, hetgeen be
zwaren oplevert, daar ze alleen gebruikt worden bij groote troepen
massa's, die over een uitgebreid spoorwegnet in den rug moeten
kunnen beschikken. Hieronder rekent de commissie niet de kanonnen,
welke Parijs bombardeerden, daar die geen militaire waarde hebben
en derhalve hun vervaardiging geen zin heeft.
Engeland heeft goede uitkomsten gehad met een 23 cM. kanon,
een 30 cM.-Hw. en een 35 cM.-kanon. Ook al neemt men aan, dat
in de toekomst de oorlog nimmer den vorm vertoont, die zoolang
27