zoodat in het Amerikaansche leger thans alle vuurmonden, behalve de helft der veldartillerie, motoren in plaats van paarden bezigt Het is duidelijk, dat wanneer men eenmaal begint met het ver vangen van de paardentractie door motortrekkracht, motorartillerie het einddoel moet zijn. Motortradieartillerie is een overgangsvorm tenminste voor de lichte en middelbare vuurmondeneen vorm, die gebezigd moet worden in de eerste plaats om het bestaande geschut ook verder te kunnen benutten en ten tweede, omdat de motorartillerie voor wat de zwaardere kalibers betreft het terrein der proefnemingen nog niet heeft verlaten. Toch hebben de Italianen in den oorlog reeds gebruik gemaakt van 10 cM. kanonnen op auto's gemonteerd (2). Voor de motorartillerie heeft men de keuze tusschen rupsauto en de gewone auto met 2 of 4 gedreven wielen. De eerste leent zich bijzonder goed voor gebruik in het terrein en minder goed op de wegen, waar bovendien de snelheid althans van de andere construc tie te gering is (5 a 6 KM./u.), de laatste is op wegen goed en in het terrein als regel onbruikbaar. Voor de zwaardere vuurmonden (b.v. 10 en 12 cM. kanonnen en alle soorten van 15 cM. en meer) is de geringe snelheid der rupsauto's geen overwegend bezwaar, doch voor de lichtere kalibers is een grootere snelheid gewenscht. Een oplossing, waarmede aan dit bezwaar tegemoet gekomen kan worden, is deze, dat men de rups- auto's op marsch oplaadt op wielauto's en de vuurmonden even eens op dergelijke auto's laadt, of daardoor laat trekken. In het laatste geval moeten de vuurmonden van massieve banden worden voorzien (3j. Het Amerikaansche leger beschikte begin '19 over: 1. iO tons rupstrekauto's voor zwaar geschut in bestelling 2800, in gebruik in Frankrijk 933 stuks, 2. 5 tons rupstrekauto's voor middelbaar geschut, in bestelling 4000, in gebruik in Frankrijk 1018 stuk, 3. 3 tons vierwielgedreven auto's. 4. rupsvrachtauto's, (2) Zie The Autocar van 28 October 1916, blz, 452, (3) Hierbij wordt verondersteld, dat dit geen invloed heeft op de sta biliteit van het schietgestel, hetgeen men wel moet aannemen, daar toch immers de geheele artillerie van het Amerikaansche leger van rubberban den voorzien werd. Afgescheiden van andere overwegingen zou deze maatregel bij ons leger voor de veldartillerie en de autotractieartillerie onmiddellijk moeten worden genomen, daar dit het behoud is van het materi eel en de meerdere kosten zeer zeker ten volle zullen worden opgewogen door geringere slijtage en langeren levensduur van het materieel. 34

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 42