te krijgen, schiet men met dezelfde elevatie ik meen 45°.— doch wor den rubberringen op de ijzeren staaf geschoven, waardoor deze laatste minder ver in den loop van het geweer gaat. Voor elke 2'/2 c.M. van de staaf in den loop rekent men een dracht van 15 yards, be ginnende met 12'/2 c.M. voor 75 yards. Een granaat verwekt een rookgordijn, dat ongeveer 3 minuten blijft hangen. De Franschen gebruikten de A.B. rook- en brandverwekkende hand granaat M. '16 en de Grenade Fumigene M. '16, welke beide ook als geweergranaat kunnen worden gebezigd. De artillerie is de voornaamste rookproducent; zij kan een maske brengen op elke gewilde plaats binnen haar vuurbereik en dit heeft vooral van de zwaardere kalibers een veel grooter intensiteit en uitgebreidheid, dan de infanterie met zijne beperkte middelen kan bereiken. Zij beschikt hiertoe over rookgranatenin bepaalde ge vallen kan de munitievoorraad per batterij uit 10 a 15% van deze granaten bestaan. Voor lang niet alle geschut is reeds rookmunitie aanwezig; in het Engelsche leger is dit het geval met de veldbalte- zijn (8,28 c M.), de 11,4 cM. houwitser en de 15,24 cM. (6 inchy houwitser. De tweede schijnt het best te voldoenhij is even mobiel als het veldgeschut, doch geeeft een grooter quantum rook. Bij het maken van een rookmaske moet men rekening houden met den wind; de beste wind is er een van 3 9K.M. per uur; bijeen grootere windsnelheid scheurt het rookgordijn en moeten dus een grooter aantal granaten gebezigd worden, om het maske intact te houden. Hiertoe wordt dan gewoonlijk één stuk per batterij aan gewezen. Bij een windsnelheid van meer dan 30 K.M. per uur is het gebruik van rook nutteloos. De opdracht aan de artillerie betreffende het gebruik van rook granaten kan niet altijd van te voren vastgesteld worden, daar tijdens den strijd zich dikwijls momenten kunnen voordoen, dat de infanterie dringend behoefte heeft aan een rookmaske. In dit geval is een goede en betrouwbare verbinding tusschen infanterie en artillerie natuurlijk een eerste vereischte en in den bewegingsoorlog is de gezichtsverbinding wel een van de betrouwbaarste. Maar de artil lerie zou deze spoedig verliezen, indien zij rook ontwikkelde, terwijl de wind uit 's vijands richting woei. Daarom is dit alleen geraden tij wind van achteren of uit de flank. Mocht het gezichtsverband tusschen de beide wapens niettemin verloren gaan door den rook en ook de telefonische verbinding onvoldoende blijken, dan kan men trachten door het schieten met gekleurde lichtkogels de verbinding weer eenigszins te herstellen. 43

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 51