achterhoede kan inmiddels rustiger verzamelen, zijn munitie enz. opladen en desnoods in gesloten formaties afmarcheeren. Men werkt dan natuurlijk niet met een enkel rookgordijn, doch meteen serie van opvolgende maskes. Indien van te voren het plan bestaat om onder rookdekking terug te gaan, kunnen de achterblijvende mitrailleurs gericht worden op défilés, wegen enz. op de wijze, zooals dit voor nachtelijk vuur geschiedt; het rookgordijn kan dan ook de achtergelaten afdeelingen bedekken, waardoor hun terugtocht wordt vergemakkelijkt. d. Versterking en aanvulling van munitie, levensmiddelen enz. Deze kunnen onder rookdekking veel gemakkelijker naar voren worden gebracht met alle voordeden, doch zonder de vele nadeelen van nachtelijken opvoer. e. Bosch- en dorpsgevechten. De waarde van bosschen en dorpen voor de onderbrenging of verberging van troepen is in dezen oorlog belangrijk gestegen door de vooruitgang van de luchtwaaineming. Zelfs vrijwel stukgeschoten dorpen en vernielde bosschen leveren nog een uitstekende gezichts dekking op tegen vijandelijke vliegers. Om deze reden zal een vijand dikwijls kleine boschperceelen en kieine kampongs plotseling heftig onder vuur nemen; zij vormen ware granatenvallen en moeten liefst vermeden worden. Uitgebreider kampongcomplexen en groote bosschen eischen evenwel te veel munitie, dan dat deze systematisch beschoten kunnen worden. Bovendien leenen zij zich uitstekend om tot verdediging te worden ingericht; zij zijn in dit geval in front als regel onneembaar, zoodat zij omtrokken en omsingeld moeten worden. Hiervoor is rook een uitnemend hulpmiddel; deze blijft in bosschen en kampongs lang hangen, zoodat met weinig granaten veel effect kan worden bereikt. Bij het gevecht in deze terreinvoorwerpen belemmert rook de van te voren uitgedachte hinderlagen en vallen, al kan door inrichtingen voor nachtelijk vuur hieraan eenigszins zijn tegemoet gekomen. Men moet er echter rekening mede houden, dat het strijden in een rookzone groote bezwaren medebrengt, wat betreft verband en richting houden, heigeen voor den aanvaller, die zich meestal op onbekend terrein bevindt, nog sterker geldt. Rivierovergangen. Het is voor een verdediger achter een rivier zaak te weten te 48

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 56