Uit de Pers.
De besttijding van venerische ziekten.
Onder leiding van Lord Willonghby de Broke heeft zich in
Engeland een commissie gevormd ter voorkoming der geslachts
ziekten (The Venereal Prevention Committee), waarin onder anderen
ook de bekende clinische hoogleeraren Sir Jares Mackenzie en Sir
William Osler hebben zitting genomen. Deze nieuwe organisatie staat
gedeeltelijk tegenover de „Nationale Vereeniging ter bestrijding der
genoemde ziekten. (The National Council for combating Venereal
Discease)".
De Engelsche vereeniging ter bestrijding der geslachtsziekten
staat namelijk op het standpunt, dat de propaganda voor de per
soonlijke voorbehoeding in den strijd tegen de geslachtsziekten
noch doeltreffend noch wenschelijk is en beveelt derhalve aan de
patiënten der consultatiebureaux geen voorbehoedmiddelen aan. Het
Engelsche ministerie voor volksgezondheid staat trouwens, evenals
onze regeering (die zooals men weet, bij het verleenen van een
subsidie aan de Nederlandsche Vereeniging voor de bestrijding der
geslachtsziekten het niet verstrekken en aanbevelen van voorbehoed
middelen in de op te richten consultatiebureaux geëischt heeft),
op ditzelfde standpunt,
De nieuwe commissie, die zich in groote belangstelling verheugt,,
denkt er anders over. Zij betoogt, dat er bij den strijd tegen de
geslachtsziekten drie wegen zijn: le. moreele opvoeding; 2e vroeg
tijdige behandeling, dat is dus ontsmetting eenigen tijd, nadat de
persoon in kwestie besmet is of kans op besmetting heeft geloopen;
3e. onmiddellijke ontsmetting, overal waar gevaar voor besmetting
is, dat is dus het gebruik van voorbehoedmiddelen.
De moreele actie alleen is onvoldoende om met succes den strijd
tegen de geslachtsziekten aan te binden. De gelegenheid voor vroeg
tijdige behandeling is bijna nergens in voldoende mate aanwezig, zelfs
niet in de grootere centra en ontbreekt bijna geheel ten platte lande.
De commissie ziet bovendien niet in en dat is het punt, waar
de strijd om gaat dat er uit moreel oogpunt bezien verschil van
waardeering kan bestaan ten opzichte van de vroegtijdige behan
deling dat is 1ste ontsmetting en de onmiddellijke ontsmetting
toegepast door den persoon zelf, en zij weigert de moreele verant
woordelijkheid te dragen voor de terzijde stelling van een zoo
machtig en doeltreffend hulpmiddel, als in de verstrekking van
voorbehoedmiddelen gelegen is, in den strijd tegen de genoemde
verschrikkelijke ziekten.
f2