Korte iïtededeelingen. llif 3qpgd. Wapening en uitrusting. Het eind van den oorlog in Europa en de goede voornemens der groote mogenheden omtrent de instelling van een volkerenbond ge ven het Japansche legerbestuur klaarblijkelijk nog geen aanleiding om af te zien van uitbreiding der weerkracht en van toepassing van de moderne technische hulpmiddelen, welke de juist geëindigde oorlog deed uitvinden. Met kracht wordt gestreefd naar het verkrijgen van een behoorlijken luchtvaartdienst. Na de reeds vroeger aangekochte en Fransche „tanks" zijn op het einde der maand Mei 1919 wederom 6 van deze oorlogswerktuigen in Japan aangekomen, welke in En geland zijn aangekocht; vermoedelijk deden deze reeds in den oorlog dienst. Naar verluidt, heeft de minister van oorlog het voornemen om op de aanstaande begrooting gelden aan te vragen voor het scheppen van twee bijzondere fondsen tot aanschaffing van artilleriemateriëel en tot bestrijding van uitgaven bij onverwachte gebeurtenissen. Waarschijnlijk zijn zij bestemd tot het bestrijden van de hoogere kosten van aanmaak van wapening en uitrusting ten gevolge der prijsstijging van grondstoffen en stijging der werkloonen, en ver der van de kosten van aanmaak van stalen helmen, gasmaskers, motorrijwielen met zijspanwagens, bewapend met mitrailleurs, lichte bommenwerpers en automatische geweren. Het automatische geweer schijnt te gelijken op het zg. Madsenge- weer; het wordt door één man gedragen. De bedoeling is, aanvan kelijk per compagnie 2 of 3 van deze geweren in te deelen. De lichte bommenwerpers zijn vermoedelijk daartoe ingerichte infanteriege- weren, waarbij de bom aan een stoel bevestigd zit, welke in den loop wordt gebracht en waarbij de bom zelve buiten de monding uitsteekt. De maximum dracht is 3C0 M. De aanvankelijke proeven met gasmaskers schijnen te zijn mislukt. Wellicht is zulks te wijten aan den afkeer van het gebruik van dit zuiver op passieve afweer bedachte uitrustingsstuk. Dit teekent den actieven geest, welke in het leger wordt aangekweekt en zelfs een middel doet verwerpen, dat in de moderne oorlogsvoering onont beerlijk is gebleken, doch dat voor den Japanschen offensieven geest als slechts op verdediging gericht woidt aangemerkt. Er worden proeven genomen tot verbetering van het infante- riegeweer; een bericht maakt gewag van eene geslaagde proef om 57

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 65