tillerie z.D. Dr. VON Stein (die eerst disivisiecommandant, daarna
„Generalquartiermeister", Commandant van een legerkorps, en
Minister van Oorlog was), getiteld „Erlebnisse und Betrachiungen aus
der Zeit des Weltkrieges".
Wie zich voorstelt, dat alleen in ons leger wrijvingen voorkomen, ge
brek aan dit en dan weer aan dat bestaat, aanvullingen soms niet
op lijd komen, munitiegebrek en gebrek aan materieel zich wel eens
doen gevoelen zal bij de lezing van dit artikel tot zijn genoegen
ontwaren, dat in een léger, waarvan velen meenden, dat het vrijwel
volmaakt was, evengoed dergelijke toestanden voorkwamen, zelfs in
die mate, dat de operatiën en de troepen er onderleden. Volmaakt
is nu eenmaal niets. Wij zouden geneigd zijn te zeggen: gelukkig,
want nu komen verstand, beleid, initiatief en andere goede eigenschap
pen, die men kan ontwikkelen, tot haar recht in het streven om met
het onvolmaakte succes te bereiken.
Gebrek aan artilleriemunitie trad wel het meest op dan voorgrond,
volgens von Stein. „Tanks" konden niet gemaakt worden, daar al'
het beschikbare materiaal noodig was voor munitieaanmaak. Men
moest zich daarom beperken tot tankafweermiddelen. Aangezien de
uitrusting van een leger met tanks een groote geldelijke uitgave
vordert, wil de Zwitsersche bewerker van het artikel zich ook
da'rtoe bepalen ten aanzien van verdediging van zijn land. Dit
standpunt lijkt ons aanvechtbaar. Wanneer de Zwitsers een vijand
uit hun land willen werpen, zullen ze offensieve strijdmiddelen niet
kunnen ontberen. Met defensieve afweermiddelen kan men geen
overwinning behalen.
Over de samenwerking tusschen infanterie en artillerie zegt VON
Stein, dat deze in den aanvang te wenschen over liet en de infanterie
daardoor veel noodelooze verliezen geleden heeft. Hij zoekt de
schuld bij de infanterie, die het gedekt stellingnemen der artillerie,
waarvoor veel tijd noodig is, niet afwachtte en evenmin het oogen-
blik, waarop de artillerie voldoende den aanval voorbereid had.
Later is daarin belangrijk verbetering gekomen.
Reiue militaire suisse, October 1919.
Kolonel Sarasin behandelt in een artikel .„A propos des peines
disciplinaires" den strijd, die dienaangaande heerscht in het Zwit
sersche leger. Erkennende, dat niet altijd ieder militair voldoende
onpartijdig en billijk behandeld wordt, is hij er toch beslist tegen
de bevoegheid tot straffen, welke verbonden moet zijn met het recht
van bevelen, te ontnemen aan de meerderen en over te dragen aan
disciplinaire rechtbanken. Indien inderdaad opvattingen als door
schrijver vermeld, in het Zwtsersche officierskorps voorkomen, is
het begrijpelijk, dat overwogen wordt om de straf bevoegdheid te
wijzigen. Hoewel wij aannemen, dat in ons leger juistere begrippen
en denkbeelden gehuldigd worden omtrent het nut en de noodzake
lijkheid van disciplinaire straffen, wordt de lezing van dit artikel
toch aanbevolen.
Onder het hoofd „Chronique suisse" treft men de mededeeling aan,
dat dit tijdschrift wellicht met December ophoudt te bestaan.
64