Het samenkoppelen van de traktementen van beide categorieën
heeft dus ten gevolge gehad, dat de officieren een jaar later ver-'
betering van inkomsten ontvangen kunnen, terwijl deze verbetering
voor dp subalterne officieren dringend roodzakelijk is. Hiervoor werd
nog verwezen naar het hoofdartikel in de Java Bode van i December jl.
en naar hetgeen de M. B. C. in 30 (blz. 83 en 84) van haar
verslag te dien aanzien betoogt.
Men meende te weten, dat tegen het over langen termijn terugwer
kende kracht verleenen, behalve geldelijke bezwaren, nog een ander
bezwaar bestaat, nl. de vrees, dat vele militairen van lageren rang het:
vrij groote bedrag, dat zij zoodoende ineens in handen zouden krijgen,
op lichtzinnige wijze zouden verkwisten. Hiertegen werd aangevoerd,
dat het niet aangaat de goeden onder de kwaden te laten lijden,
Teger. rangschikking van de nog aanwezige officieren-magazijn
meesters in schaal 3 (verslag der M.B G, blz 37) werden ernstige
bezwaren geopperd. De officieren-magazijnmeesters voeren het be
heer over groote magazijnen, waarin voorraden dikwijls ter waarde
van millioenen zijn opgestapeld. Groote stipheid en betrouwbaar
heid worden van hen gevergd en door hen steeds getoond en voor
zulke plichtgetrouwe landsdienaren is het grievend in bezoldiging
bij hun ranggenooten achteruit gesteld te worden. Het werd dan
ook billijk geacht den regel „gelijke bezoldiging voor gelijken rang"
uit te strekken tot de officieren-magazijnmeesters, ook omdat zij
hun rang op veel later leeftijd bereiken dan hun ranggenooten bij de
andere wapens en diensten, als wanneer de opvoeding der kinderen
meer uitgaven eischt. De aandacht werd gevestigd op desbetreffende
opstellen in de Indische Gids (September-aflevering 1;>17 en October
aflevering 1918).
§6. Pensioenen.
Met de pensioensvoorstellen in onderafdeeling 80 B van de twee
de nota van wijzigingen kon men zich algemeen vereenigen.
Opgemerkt werd, dat een burgerlijk ambtenaar zijn pensioen al
leen dan ziet geregeld over zijn hoogste traktement, wanneer hij
dat zoo het duizend gulden of minder bedraagt gedurende ten
minste 24 maanden en zoo het meer dan 1000 bedraagt - ge
durende ten minste 36 maanden heeft genoten; daar werd tegen
over gesteld, dat een officier ook al heeft hij meer dan 1000 trak
tement wel is waar slechts twee jaar in den verkregen rang behoeft
te dienen om het voor dien rang vastgesteld pensioen deelachtig te
worden, doch dat zoo hij na korteren diensttijd in dien rang het
leger verlaat zijn pensioen wordt gesteld op dat voor den naast
lageren rang vastgesteld, terwijl in zoodanig geval voor een burger
ambtenaar het pensioen wordt geregeld naar het gemiddelde der
gedurende 24 of 36 maanden genoten hoogste en naast lagere
bezoldiging.
Voorts werd opgemerkt, dat wanneer als gevolg van de aanhangig
gemaakte nieuwe regeling voor de burgerlijke pensioenen, de mili
taire pensioenen nader mochten worden verhoogd en die alsdan
nader verhoogde pensioenen ook zouden worden toegekend aan
78