bied, welke tegenwoordig op het Nederlandsch publiek worden losgelaten, en welke zonder uitzondering dit gemeen hebben, dit zij in het geheel niets nieuws brengen en dus voor eventueele studie van geen waarde. Het boven genoemde boek, voorzien van de ondertitel „Handboek voor de vliegtechniek", brengt ons in de eerste 80 bladzij» den eenige zeer uitgerekte algemeene beschouwingen en een ele mentair overzicht over de theorie van het vliegen. In het streven naar begrijpelijkheid voor het groote publiek, zijn de schrijvers zoo ver gegaan, dat soms onjuistheden zijn ingeslopen. Vooral het hoofdstuk „stabiliteit" is uitermate hinderlijk door de vele onjuisthe den. Verderop wordt het boek beter; vooral de gedetailleerde beschrij vingen van eenige moderne vliegtuigen zijn met zorg bewerkt, terwijl ook de andere hoofdstukken den lezer een aardigen kijk op de al gemeene constructie van vliegtuigen geven. De uitgave van het boek is behoorlijk verzorgd. Wij kunnen het slechts aanbevelen voor hen, die als leek eenigszins op de hoogte wenschen te komen van de contructie ven vliegtuigen, maar niet als handboek voor technici. Van denzelfden uitgever ontvingen wij de tweede aflevering van de „Luchtvaartkundige Bibliotheek" bevattende een algemeen over zicht van vliegtuigen en hunne theorie. Dit werkje, dat als populair werk is bedoeld, is van een beter gehalte dan het voorgaande; zaken, die op zeer eenvoudige wijze niet te verklaren zijn, zijn buiten behandeling gelaten, zoodat het geheel, zij het minder compleet, tenminste geen onjuistheden bevat. De geheele uitgave zal bestaan uit een serie van zes boekjes over verschillende onderwerpen be trekking hebbende op de vliegtechniek Wij kunnen het voor de zelfde categorie lezers als bovengenoemd werkje aanbevelen. Prijs f 1.— per aflevering. H. A. V. Over militaire opvoeding. Uit gegeven op last van den Com mandant van het Leger (Kabinets beschikking van 25 Sept. 1919.) Met groot genoegen maak ik melding van het verschijnen van het hierboven genoemde boekje, dat een begin kan worden van een betere wijze van opleiden dan tot dusverre plaats had. Natuurlijk hangt alles van de wijze van toepassing af en moeilijkheden zullen wel niet uitblijven, maar gaandeweg zal vooral de bestudeering van de in het boekje opgenoemde bronnen den goeden weg leeren vinden. Men moet echter beginnen met voor den man te voelen; zonder dat blijft het beste boek over opvoeding nutteloos. Het vredeswerk van den beroepsofficier moge door het boekje in de juiste richting worden geleid, waarbij ik nog eens den wensch uitspreek, dat de troependienst niet bij den bureaudienst achtergesteld worde Ten slotte hoop ik, dat de woorden, welke op blz. 35 eenig denkbeeld van de sociale taak van den beroepsofficier in ons koloniaal leger geven, aanleiding worden tot verhandelingen over dit onderwerp, waarvoor de Red. gaarne plaats inruimen zal. P. 82

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 90