Nadat het verslag der militaire bezoldigingscommissie in druk
was verschenen, zijn aan alle erkende militaire vakvereenigingen
eenige exemplaren van dat verslag toegezonden; dit is ook geschied
ten aanzien van enkele persorganen.
Wel zou het ongetwijfeld voor de niet-Europeesche vereenigingen
gemakkelijker zijn geweest, zoo zij een in het Maleisch vertaald
en gedrukt uittreksel uit het verslag hadden ontvangen, doch zooals
reeds is opgemerkt in de Memorie van Antwoord op de aanvullings-
begrooting voor 1920 (stuk 6 j 7) dit was in verband met den
beperkten tijd niet mogelijk; bovendien tellen die vereenigingen onder
hare leden ongetwijfeld wel eenige personen, die de Nederlandsche
taal voldoende machtig zijn om den inhoud, voor zoover voor hen
van belang, in de eigen taal aan hunne kameraden over te brengen,
terwijl desgewenscht op andere wijze inlichtingen werden verstrekt,
zooais bijvoorbeeld te Magelang, waar een officier werd aangewezen
om in het Maleisch eene voordracht over de voorstellen te houden.
Het denkbeeld, om in afwachting van de totstandkoming van deze
voorstellen uitsluitend aan enkele groepen van militairen tijdelijk
een verhoogden duurtetoeslag toe te kennen, is, naar het der Regeering
voorkomt, niet uitvoerbaar.
Wanneer met het oog op de steeds stijgende prijzen bijzondere
maatregelen noodig mochten zijn ter tegemoetkoming van die lands
dienaren, welke daaronder gebukt gaan, schijnt eene beperking tot
enkele groepen van militairen niet verdedigbaar.
3. Invloed van landaard en bekwaamheid op de
bezoldiging.
De mettertijd vast te stellen beginselen voor een algemeen Indisch
bezoldigingsstelsel zullen ook bij het Leger toepassing moeten vinden.
Wat betreft de militairen beneden den rang van sergeant le klasse,
wijken de voorstellen der militaire bezoldigingscommissie van die
beginselen nog slechts af ten aanzien van de hieronder nader in
beschouwing te nemen z.g. Indische Nederlanders die aan zekere
eischen van ontwikkeling voldoen.
Voor de sergeanten le klasse en de hoogere onderofficieren heeft
de commissie geen verschil gemaakt tusschen de bezoldiging van
hen, die uit de inheemsche troepen en die van hen, welke uit de
aanvullingstroepen voorkomen. Deze gelijkstelling in bezoldiging,
welke ook thans reeds bestaat, ware voorshands te bestendigen,
totdat omtrent het algemeen Indisch bezoldigingsstelsel is beslist.
Naar aanleiding van de opmerking van eenige leden, die vreesden,
dat een taaicriterium in de plaats van het Nederlandsch voor
de verschillende onderofficiersrangen onnoodig achtten, zij voor
zooveel noodig in herinnering gebracht, dat in de Memorie van
Antwoord op het Afdeelingsverslag over de begrooting voor 19)9
reeds is bekend gesteld, dat voor de bevordering tot Europeesch
sergeant (dit is de sergeant le klasse) niet kan worden afgeweken
van het beginsel om tegenover gelijke rechten ook gelijke plichten
te stellen, hetgeen o. m. in zich sluit voldoende kennis van de
Nederlandsche taal, omdat hij, die zich in het Leger tegenover
85