voor, dat wanneer de Regeering wel een militair secretaris-generaal hebben wil en geen burger-secretaris-generaal, na de aanneming van het amendement door de Regeering wordt geadviseerd dien post in het geheel niet in de begrooting op te nemen, dat is natuur lijk de bedoeling geweest van den Regeeringsgemachtigde. Het amendement op onderafdeeling 427 C van den heer Pabst cs wordt aangenomen met 22 stemmen vóór en 2 stemmen tegen. Vóór stemden de heeren: Vreede, Kan, Laoh, Kamil, Pabst, Val kenburg, Dwidjosewojo, Suys, Cramer, Atmodirono, Soselisa, Oetoyo, bastrowidjono, Prangwedono, Djajadiningrat, Koesoemo Joedo, Berg- meijer, Teeuwen, Waworoentoe, Tjokroaminoto, Tjiptomangoenkoe- soemo en de Voorzitter. Tegen stemden de heeren: Van der Jagt en Schmutzer. Afdeeling IX Departement van Oorlog wordt vervolgens met 20 stemmen vóór en 5 stemmen tegen aangenomen. Vóór stemden de heeren: Atmodirono, Soselisa, Van der Jagt, Oetoyo, Sastrowidjono, Prangwedono, Djajadiningrat, Koesoemo joedo, Bergmeijer, Schmutzer, Waworoentoe, Vreede, Kan, Laoh, Kamil, Pabst, Valkenburg, Dwidjosewojo, Suys en de Voorzitter. Tegen stemden de heeren: Teeuwen, Tjokroaminoto, Tjiptoman- goenkoesoemo, Abdoel Moeis en Cramer. 201

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 103