Marineblad, No. 4, December 1919. Vrij wel de geheele inhoud van deze aflevering is gewijd aan de ontevredenheid bij de Marine en haar oorzaken. Niet minder dan drie artikelen houden zich met deze onderwerp bezig, n.l. van de Heeren Waller, Furstner en van Hengel. Voor hen, die den geest op de vloot wenschen te kennen, is de lezing van deze artikelen zeer aan te bevelen. Artilleristisch Tijdschrift. No. 12, Dec. 1919. Een onbekende schrijver behandelt naar aanleiding van hoofdar tikelen in de N. Rott. C. van 30 Sept., 1, 2 en 4 Oct. de toekomst van het militaire vraagstuk. Hij bestrijdt het in die artikelen gepro pageerde leger, in die artikelen zelf met een „moderne schutterij" vergeleken. Toegevende, dat de kansen op een algemeenen Euro- peeschen oorlog zeer belangrijk zijn verminderd en er inderdaad alle reden is om de in het volk aanwezige krachten in de eerste plaats dienstbaar te maken aan de economische weerbaarheid, lijkt het Schr. onverantwoordelijk de mogelijkheid tot vermindering van mi litaire lasten te zoeken in vermindering van de militaire geoefend heid van den enkelen soldaat. Volgens hem moet er op gerekend worden, dat de strijd tusschen de volken onderling in de allernaaste toekomst kan worden gevolgd door een strijd in de voiken zelf en in plaats van de burgerwachten, waarvan een langer voortbestaan de noodlottigste gevolgen hebben kan, wanneer de tegenwoordige aanhangers der Regeering in haar tegenstanders mochten veranderen, verlangt hij als steun van het wettige gezag het Leger, dat in een land als het onze nooit samengesteld worden kan uit aanhangers van een bepaalde politieke richting of uit tegenstanders van een bepaalde politieke partij. Het zal zich dus alleen dan tegen de Re geering kunnen keeren, wanneer die Regeering de meerderheid der bevolking niet meer vertegenwoordigt, iets wat bij de tegenwoor dige inrichting van onze staatsinstellingen zoo goed als geheel on denkbaar is. Volgens Schr. is het zeker, dat alleen intensieve oefening gedurende 10 a 12 maanden van den troep een betrouwbaar wapen in handen der aanvoerders maakt; in drie maanden vormt men geen troep, bestand tegen de ontzenuwende invloeden van het straatgevecht. Schr. gaat nu verder de denkbeelden van den schrijver in de N. Rott. C. na en stelt daartegenover zijn conclusie, n.l. vermindering van de kosten en de persoonlijke lasten te verkrijgen door vermindering van de sterkte der lichtingen en waarin zooveel voordeelen worden gewaar borgd aan hen, die in het leger zullen dienen, dat de eerste-oefenings- tijd groot genoeg voor een zeer goede geoefendheid der soldaten is. Hij keert verder terug tot het stelsel van legervorming, dat onmid dellijk na de Napoleontische oorlogen bij ons in vollen bloei was, n.l. in de eerste plaats vrijwilligers, zooveel noodig door loting aan gevuld Het zou te ver voeren om het geheele artikel op den voet te volgen; het bovenstaande moge een denkbeeld van den inhoud gegeven hebben en aansporen tot aandachtige bestudeering. 204

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 106