De generaal le Gallais wil bij de divisie alleen hippomobiele artillerie, geen automobiele artillerie en wel: kanonnen van 7,5 cM., id van 10,5 cM en houwitsers van 15,5 cM. Hij wil dus de bewapening van het Duitsche leger van voor den oorlog, verminderd met den lichten veldhouwitser. Over dezen vuurmond spreekt hij niet. En toch zijn velen—volgens de meerge noemde Amerikaansche commissie de meerderheid der Fransche officieren—van meening, dat ook die houwitser noodig is. Daar ook ons leger een lichten veldhouwitser hoog noodig heeft, betreuren wij het, dat deze quaestie hier niet aangeroerd wordt. Interessant is het te vernemen, dat schrijver een voorstander is van een indeeling van het regiment in drie groepen van 3 batterijen van 6 stukken, welke batterijen als dubbelbatterijen moeten worden beschouwd, zoodat de batterij feitelijk een afdeeling van 2 batterijen van 3 stukken, elk onder een officier, wordt Hij beweert, dat men de zes stukkenbatterij vóór den oorlog na onvoldoende en onvol ledige proeven, gebaseerd op een onlogisch gebruik dier batterij, verworpen heeft, doch gelooft ook niet, dat men daartoe zal terug- keeren. Hij acht voorts 36 kanonnen op 4 regimenten infanterie te weinig. De oorlogservaring zou hebben aangetoond, dat 36 stukken op 3 regimenten al te weinig was (d.i. 3 stukken per bataljon). Het is jammer, dat schrijver nergens zijn meening staaft door bewijzen of voorbeelden uit den oorlog. De divisieartillerie bestaande uit een licht regiment van 3 afdee- lingen van 3 batterijen van 6 stukken, dus 54 stukken, of 4x3><4, d.i. 48 stukken, en een zwaar regiment, bestaande uit 1 afdeeling van 12 kanonnen van 10,5 cM. en 2 afdeelingen van 12 houwitsers van 15,5 cM., behoort te worden aangevuld door korpsartillerie van grooter vermogen, gedeeltelijk met paardentractie, gedeeltelijk met autotractie, b.v. één regiment van 2 of 3 afdeelingen van 10,5 cM paardentractie, één regiment zware artillerie van minstens 2 afdeelingen kanonnen van 15,5 cM. autotractie, 1 afdeeling van 3 batterijen houwitsers van 21 cM. autotractie, en 1 afdeeling van 2 batterijen, mortieren van 22 of 27 cM. autotractie. In afwijking van de meening van vele officieren wil Generaal Le Gallais ook Legerartillerie (Leger is een groep van 2 of 3 legerkorp sen). Deze artillerie moet nog grooter vermogen hebben. De loopgraafartillerie, die van veel waarde is in den stelling- oorlog, zoowel bij de verdediging als bij den aanval, is in den bewegingsoorlog wegens haar weinige mobiliteit niet bruikbaar en ook niet noodig. Deze weinig kostbare artillerie moet in parken bijeengehouden worden en, waar zij noodig is, beschikbaar gesteld. 209

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 111