komen wordt, dat de eene compagnie van een korps een beteren pot schaft dan de andere. De soldaten vergelijken n.l. onmiddellijk; wanneer zij nu ontwaren, dat met denzelfden inleg zij vermeenen minder te krijgen, werkt dit ontevreden heid in de hand en uit een krijgstuchtelijk oogpunt te betreuren reclames. 2e. door de voor de korpsmenages te bouwen centrale keukens wordt de reinheid en zindelijkheid bevorderd, omdat er scherper en meer voortdurend toezicht is van speciaal daarvoor aange wezen menagepersoneel. 3e. zij is meer economisch. Een grooter menage is een naar ver houding goedkooper bedrijf. 4e. er komt beter toezicht op alles, wat de voeding en de voedsel bereiding betreft. 5e voor één keuken is minder kookgereedschap noodig dan voor vier. 6e. de voeding komt onder deskundige leiding, als men speciaal opgeleid personeel, vooral officierspersoneel, daarvoor aanwijst (zie beneden). 7e. zij ontheft den C. Ct. van een groote zorg, waaraan hij slechts gebrekkig zich kan wijden. 8e er worden minder menschen onttrokken aan den dienst (menage meester, plantons). Als nadeelen kunnen niet worden ontkend te zijn le. de inrichting van een centrale keuken per korps kost geld, een nadeel, dat echter meer incidenteel is, omdat de bouw van zulk een keuken slechts een uitgaaf voor één keer betreft en waar van men langen tijd profiteert. 2e. de diensten der compagnieën moeten min of meer rekening houden met het etensuur; een C. Ct. kan nu niet meer aan zijn menagemeester opdragen om later het eten gereed te doen zijn. Door de centraliseering moeten de uren der maaltijden b.v. op een half uur nauwkeurig stabiel zijn. 3e. de compagnieën hebben nu geen geroutineerde koks voor de mobilisatietijd en voor het te velde trekken. Dit nadeel kan worden opgeheven door de voor koks in oorlogstijd bestemde personen in de keukens periodiek werkzaam te stellen. Trou wens, een centrale keuken zal het niet afkunnen met één kok; er zal meer personeel beschikbaar moeten zijn en dit personeel dient te worden getrokken uit het keukenpersoneel der opgeheven compagniesmenages. 112

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 14