moet worden gesteld. Ziet men de A.O. in, dan ontloopen per ge west de V. I.-bedragen elkander zoo weinig, dat men gerust eens heel royaal de bedragen per gewest mag gelijkstellen en dus één bedrag vaststellen. Gaat een troep op meerdaagsche oefening naar een streek, waar de V. I. misschien één of twee centen minder zou kunnen zijn, wel, dan is de soldaat bevoordeeld, en het gou vernement zoo weinig benadeeld, dat het die schade zeer zeker niet zal voelen. Men is voor die geringe schade van veel moeite, last, ergernis en zorgen bevrijd en de oude traditie, dat de soldaat na een meerdaagsche oefening thuis komende een gering geldelijk douceurtje aantreft, is weer hersteld. Wij kunnen niet genoeg zeg gen, hoe dit altijd werd gewaardeerd. Vindt men deze kleine scha depost misschien een bezwaar voor de invoering van één V. I. voor één gewest, dan zij er hier nog opgewezen, dat meerdaagsche oefeningen spaarzaam voorkomen, in elk geval eerst machtiging behoeven van de afdeelingscommandanten, dat schietoefeningen plaats hebben in vrijwel altijd dezelfde terreinen, voor welk bivak mede de V. I. als garnizoen kan worden vastgesteld, terwijl voor manoeuvres als regel speciale regelingen worden getroffen. De door ons bedoelde schade zal dus niet zoo overweldigend groot zijn om terug te deinzen. Aan het einde van onze beschouwingen, willen wij nog opmer ken, dat, nu de soldaat in geen financiëele betrekking meer staat tot zijn voeding en het gouvernement die zorg heeft overgenomen, het thans meer dan ooit zaak is den soldaat uitmuntend te verple gen, niet alleen voor wat betreft de hoofdvoedingsmiddelen, maar ook in de bijspijzen, de genotmiddelen en de versnaperingen, zon der echter te vervallen in weelderigen overdaad. Het is onmis kenbaar, dat menig C. Ct. de kwaliteit zijner soldatenmenage afmeet naar de „toetjes" in boeboervorm, welke liflafjes. bij onvoldoende hoeveelheid der samenstellende artikelen als gevolg van onvol doende fondsen ook onvoldoende smakelijk worden klaar gemaakt en toch duur zijn. De soldaat moet hebben goede, degelijke kost, los van geld verslindende, nuttelooze aanvullingen. Het iedereen naar den zin te maken in een utopie. Daarnaar te streven is o.i. een ernstige fout, het leidt tot zwakheid en begin selloosheid en schokt per slot nog meer het vertrouwen. Wanneer de menage-organisatie wordt vastgesteld naar billijke eischen en wordt gebaseerd op wetenschap, deskundige leiding en goede zorg, dan zal zij zonder verwijl haar weerslag vinden in den goeden geest der troepen. Bennekom, den 21 September 1919. A M- w- VAN Renesse, Kapitein der Infanterie. 116

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 18