vijand bemerkt, doch de vergiftige ook, omdat zij bijna alle een prikkelende werking op de slijmvliezen van neus, keel of oogen uitoefenen en dit is natuurlijk een waarschuwing om de gasmaskers op te zetten. Verrassing is dus een hoofdfactor bij de aanwending, wil men den vijand verliezen bezorgen. In het laatst van den oor log werd op dit gebied wederom een stap vooruit gemaakt door de ontdekking van het z. g. mosterdgas een vloeistof met een hoog kookpunt (217°), wier opvallende eigenschap is, dat het ontwikkelde gas geen onmiddellijk effect heeft op oogen en longen en de ge volgen zich pas eenige uren later beginnen te verioonen. Dan blijkt maar al te vaak, hoe niettemin de uitwerking van doodelijken aard kan zijn; het tast de keel, de longen en de oogen aan en zelfs een korte blootstelling aan het gas kan tijdelijke blindheid veroorzaken. Bovendien geeft het aanleiding tot ontsteking en blaar- vorming van de huid, vooral als druppeltjes van het vocht op het lichaam zijn gespat; ook hier openbaren de verschijnselen zich eenige uren later. Men voelt het gevaar, dat in de aanwending van dit gas gelegen is; doordat men er geen hinderlijk effect van bemerkt, is men geneigd geen gasmasker op te zetten. Toch is dit onverwijld noodzakelijk, zoodra men het gas ruikt, dat gelukkig herkenbaar is aan een duidelijke mosterd- of knoflookachtige lucht. Mosterdgas is het meest hardnekkige van alle in gebruik zijnde gassen. De vloeistof kan op den grond, waarop zij gespat is, dagen lang blijven liggen en gas afgeven, vooral als de grond door graven omgewoeld wordt. Zij blijft lang intact bij koud weer; de warme zonnestralen en de wind werken een snellere verdamping in de hand, terwijl zij door hevige regens weggespoeld wordt. De Duitschers gebruikten in dezen oorlog diverse soorten van giftige gassen, welke echter terug te brengen zijn tot 3 hoofdsoorten, n. 1. groenkruis, blauwkruis en geelkruis, zoo genoemd naar een overeenkomstig teeken ter herkenning op den granaat geschilderd. a.groenkruisgranaten bevatten stoffen, die zoowel traanverwekkend als giftig zijn; zij zijn onmiddellijk herkenbaar aan den stank en prikkelende werking op neus en keel. Het gas is niet of weinig bestand tegen blootstelling in de open lucht. b. blauwkruisgranaten bevatten stoffen, die niezen en in sterke concentraties hevige aandoening van neus en keel veroorzaken. Het gas is minder giftig, doch moeilijk door maskers te binden; men hoopte, dat het daardoor den vijand zou noodzaken de maskers af te zetten, om welke reden het tegelijk met het veel giftiger groenkruisgas werd verschoten. 119 1. M. T. 8, 1020.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 21